Bedenkingen bij het Israëlisch-palestijnse conflict
Uit Meervoud nr 290 – oktober 2023.
Door Jef Nyssen.
Het valt op dat de historische gronden van het reeds meer dan 75 jaar aanslepende conflict in Palestina heel miskend zijn, niet alleen bij het grote publiek maar ook bij de journalisten in onze reguliere media. Als journalisten het conflict al niet correct of volledig duiden, is het niet eenvoudig voor het grote publiek om zelf op zoek te gaan naar de historische grond van dit conflict dat al veel te lang aansleept, al veel te veel mensenlevens heeft gekost, en de komende decennia wellicht nog zal blijven aanslepen. Wie de Franstalige media volgt, heeft wat meer kans op een journalist die correcte historische kanttekeningen plaatst bij het conflict. In de Nederlandstalige media is dit volstrekt zoek.
Het heeft de voorbije weken iets weg van de coronavaccins: het lijkt wel of iedereen zich verplicht voelt om een standpunt in te nemen: ‘proIsraël’ of ‘proHamas’ (dit laatste lijkt zelfs vaak op een hoopje gegooid te worden met ‘proPalestina’, alsof de Moslimbroederschap in Palestina die Hamas is, de Palestijnen vertegenwoordigt en ook maar synoniem staat met hen…). Als Meervoud kunnen we ons maar verheugen op het feit dat burgers nadenken over een politieke situatie en de moeite doen om tot een standpunt te komen. Wie een standpunt wíl innemen in dit conflict, moet echter op z’n minst de intellectuele eerlijkheid hebben om te weten waar het vandaan komt.
Hier volgt dus een veel te korte poging tot duiding van een zeer technische situatie, die – ondanks wat velen denken veel verder in de tijd teruggaat dan het eind van de Tweede Wereldoorlog.
De staat als religieus project
“Waarom de Palestijnen steunen? Jullie vergeten dat een Palestijnse staat nooit bestaan heeft”, is een argument dat regelmatig herhaald wordt in het debat. Dit klopt uiteraard, een Palestijnse staat heeft immers nooit bestaan. Vóór het bestaan van de Israëlische staat was het grondgebied Brits mandaatgebied. Voordien behoorde het tot het Ottomaanse Rijk, en wie het rijtje af gaat, komt uiteindelijk bij de Byzantijnen terecht, de Perzen en de periode dat staten gewoonweg nog niet bestonden. Net als een hypothetische Koerdische, Bretoense, Baskische, HeelCatalaanse of Vlaamse, is een Palestijnse staat niet meer of minder dan een politiek project. Een project dat de Israëlische staat ooit ook was, maar dat evenwel succesvol is geworden mede door internationale steun, uiteraard op geopolitieke basis.
Grond en het politieke project dat het zionisme is, ligt aan de basis van de situatie die we vandaag kennen. Het zionisme is een politieke ideologie die eind 19e eeuw ontstond in Europa en die ijvert voor een thuisland en joodse staat in het Bijbelse gebied Palestina, het grondgebied van de historische koninkrijken Juda en Israël. Het zionisme (1) werd als term voor de eerste keer gebruikt in 1890 en zeven jaar later, in 1897, werd het eerste Internationale Zionistische Congres gehouden in het Zwitserse Bazel. Historici beschouwen dat dit Congres een sterke seculiere inslag had, weliswaar met een religieuze basis. De zionisten rechtvaardigden hun onvoorwaardelijke recht om terug te keren naar ‘hun’ Palestijnse grondgebied immers op de Thora, o.m. op Genesis 13, 1415 (“Nadat Lot was weggegaan zei Jahwe tot Abram: ‘Laat uw blik rondgaan en kijk vanaf de plaats waar gij staat naar het noorden en het zuiden, het oosten en het westen. Al het land dat gij ziet, schenk Ik aan u en aan uw nageslacht, voor altijd.”) en Genesis 35, 12 (Het land dat Ik aan Abraham en Isaak heb gegeven, geef Ik aan u en ook aan uw nakomelingen).(2) Een staat gecreeerd op basis van een godsdienstig boek en religieus dogma: waar kennen we dit nog van?
En hier luwt het spook van de geopolitiek, dat vandaag alles overheerst in het MiddenOosten, om de hoek: de Duitse keizer Wilhelm II zag er geen graten in om dit project te steunen. Theodor Herzl, een van de oprichters van het zionistische congres, was immers van mening dat Duits de voertaal moest zijn in de toekomstige joodse staat, wat de Duitse invloed in het MiddenOosten ook meteen zou vergroten. Dat er meteen ook een groot aantal joodse Duitsers naar ginder zouden vertrekken, was voor de keizer een bijkomend voordeel.
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog beloofden de Britten aan de Arabieren dat ze hun autonomie zouden krijgen als ze zich aan de geallieerde zijde schaarden, tegen de Ottomanen die samen met het Duitse keizerrijk vochten. Het geheime SykesPicotverdrag van 1916, tussen de Britten en de Fransen, gooide roet in het eten: de twee grootmachten besloten om het MiddenOosten onder elkaar te verdelen. Het historische Palestina kwam onder Brits bestuur te staan. (3) Inmiddels promootten zionistische organisaties actief een ‘terugkeer’ naar het Heilige Land en kochten joodse kolonisten Palestijnse grond op. Palestijnen werden langzamerhand verdreven van het grondgebied dat hun overgrootouders reeds generatieslang bewerkten, wat zou uitmonden in de eerste opstanden. De joodse paramilitaire Hagana werd opgericht om de zionistische belangen in Palestina te verdedigen en voerden actief terroristische aanvallen uit op Palestijnse burgers, op Britten en zelfs op andere joden die het aandurfden om zich uit te spreken over het bestaan van een staat waarin joden en Arabieren gelijke rechten zouden hebben. (4) De gekende latere eerste premier van de Israëlische staat, David BenGoerion, was op een bepaald ogenblik onder meer leider van de Hagana.
De staat Israël moest en zou bijgevolg deels op religieuze grond en met het nodige geweld gecreëerd worden. Naar de belangen en situatie van de Palestijnse bevolking, die er al eeuwenlang woonde, werd er niet gekeken. De zionisten verkondigden Palestina als een zo goed als leeg gebied dat wachtte op de voorspelde terugkeer van de joodse bevolking, op basis van een religieuze tekst, en beschouwden wie er op dat moment woonde als een bezetter die van het grondgebied verdreven moest worden. Ze wisten uiteraard wel beter, maar hadden het religieuze gelijk achter zich, net als de nodige financiële steun van geldschieters. Joods historicus en professor aan de universiteit van Tel Aviv, Shlomo Sand, reageert hiertegen in zijn boek “Hoe het joodse volk werd uitgevonden” en oppert dat de meeste joden hoegenaamd niet afstammen van het Bijbelse Israël. Ooit hadden joden misschien een gemeenschappelijke oorsprong, maar door de duizenden jaren heen hebben andere etnische groepen zich tot het jodendom bekeerd, waardoor de huidige joden veeleer het product zijn van een amalgaam van etnische groepen (wat uiteraard het geval is voor elk van ons). Sand gaat zelfs verder: het zionisme heeft een sterk racistische inslag en, wie de geschiedenis eer aan wil doen, dient te beseffen dat veel Palestijnen, aangezien ze zelf al eeuwenlang op het Palestijnse grondgebied wonen, de genetische afstammelingen zijn van de joodse bevolking die daar voor de vernietiging van de tweede tempel woonden (5).
Een dergelijk raciaal en religieusextremistisch denken van het zionisme moest uiteraard uitmonden in wat door de Palestijnen de AlNakba (‘ramp’ of ‘catastrofe’) genoemd wordt: tussen 1947 en 1949 werden tussen de 700.000 en 900.000 Palestijnen actief van hun grondgebied verdreven. Velen werden vermoord door zionistische milities die later zouden opgaan in het Israëlische leger. Honderden Palestijnse dorpen werden met de grond gelijk gemaakt. Het was kort na de Tweede Wereldoorlog en de staat Israël werd in 1948 uitgeroepen. Uiteraard was, gelet op het verschrikkelijke leed dat de joden tijdens WO2 werd aangedaan enige vorm van kritiek op Israël uit den boze. De internationale gemeenschap liet een situatie dan ook begaan die vandaag (hopelijk?) bestempeld zou worden als een grove schending van mensenrechten.
Provocaties brengen eindeloze spiraal geweld met zich mee
De oorlogen volgden zich op en het zou te veel elektronische inkt en lectuur vergen om een gedetailleerd overzicht hiervan te geven. Het resultaat is evenwel duidelijk: sinds 1948 is het eigenlijk nog geen dag rustig geweest in de regio, met wreedheden langs beide kanten die evenwel, al te vaak, het gevolg zijn van eindeloze provocaties van de Israëli’s. Uiteindelijk is het huidige grondgebied waar de Palestijnse bevolking recht op heeft, sinds het Verdelingsplan van de Verenigde Naties (1947) en de gewijzigde bestandslijn in de daaropvolgende jaren, nog een zakdoek groot en wordt ook dit gebied, tegen alle regels van het internationaal recht in, aan de lopende band gekoloniseerd door Israëlische burgers die maar al te graag hun familie uit het buitenland laten overkomen om de kolonies te versterken. Palestijnen moeten dit met lede ogen aanzien. Het internationale recht stelt desondanks duidelijk dat alle Israëlische nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden illegaal zijn, en Israëls beleid om actief kolonisten in bezet gebied te vestigen zou als oorlogsmisdaad beschouwd moeten worden. Wat de internationale gemeenschap betreft, blijft het evenwel bij woorden: morele veroordelingen, maar de Palestijnse bevolking moet niet hopen op enige concrete hulp. “Door de uitbreiding van de nederzettingen lopen nog veel meer Palestijnen het risico van gedwongen overbrenging een misdaad tegen de mensheid die de Israëlische autoriteiten systematisch hebben begaan. Een recent voorbeeld is de uitspraak van het Hooggerechtshof van mei 2022 die groen licht gaf voor de gedwongen overdracht van meer dan 1.150 Palestijnen uit Masafer Yatta op de Westelijke Jordaanoever. In het afgelopen jaar hebben de Israëlische autoriteiten ook de plannen opgeschroefd om het nieterkende dorp Ras Jrabah in Israëls Negev/Naqabregio te slopen en de 500 Palestijnse bedoeïen inwoners ervan te verdrijven, terwijl in januari 2023 het bedoeïenendorp AlAraqib voor de 212e keer werd gesloopt. Het apartheidsrapport van Amnesty International laat zien hoe gedwongen uitzettingen in de Negev/Naqab, en in de bezette Palestijnse gebieden, worden uitgevoerd om Israëls demografische doelstellingen te bereiken”, aldus Amnesty International. Of nog, uit dezelfde bron: “In mei 2023 wordt de staat van dienst van Israël op het gebied van de mensenrechten onder de loep genomen tijdens de Universele Periodieke Evaluatie (UPR) in de VN Mensenrechtenraad. Amnesty International heeft de Israëlische autoriteiten aangeschreven om hen aan te sporen mee te doen, maar zij hebben zich nog niet aan het toetsingsproces onderworpen. De Israëlische autoriteiten hebben de meeste aanbevelingen genegeerd die tijdens de vorige UPRcyclus in 2018 door toetsende staten naar voren zijn gebracht en door de Mensenrechtenraad zijn bekrachtigd. Tot de aanbevelingen behoorden het beëindigen van de discriminatie van Palestijnen, het opheffen van beperkingen op de bewegingsvrijheid, een einde maken aan de praktijk van administratieve detentie en het zorgen voor verantwoording voor onrechtmatig gebruik van geweld. Zo houdt Israël momenteel meer dan 860 Palestijnen vast zonder aanklacht of proces het hoogste aantal in 15 jaar, ondanks het feit dat er in de loop der jaren herhaaldelijk op is aangedrongen om een einde te maken aan administratieve detentie.” (6)
De Palestijnse kwestie was uit de media verdwenen, maar de Palestijnse aanval (niet alleen van Hamas, zoals de media beweert, maar ook van de Islamitische Jihad) heeft hier verandering in gebracht. Duizenden raketten werden vanuit Gaza de grootste openluchtgevangenis ter wereld waar twee miljoen mensen op een kustlijn van amper 40km lang op elkaar zitten gepropt gevuurd op de Israëlische staat. De Israëlische en westerse staten deden de aanval meteen af als terroristisch, maar weigeren stil te staan bij het dagelijkse leed dat de inwoners van deze gevangenis dagdagelijks ondervinden sinds meer dan 75 jaar, inclusief regelmatige liquidaties van Palestijnse burgers, waaronder kinderen, door Israëlische soldaten. Trachten te begrijpen waar een situatie van komt, betekent uiteraard niet hetzelfde dan deze goed te keuren. De aanval en moordpartij op het zgn. ‘festival van de vrede’ kan niet anders dan barbaars genoemd worden en kan op geen enkele wijze gerechtvaardigd worden. Dat dit duidelijk moge zijn. Is het evenwel moeilijk om te begrijpen dat een dergelijk festival door veel Palestijnen, op slechts enkele kilometers van Gaza een getto waar honderdduizenden mensen dagelijks in de meest armoedige omstandigheden zitten te verkommeren en zich niet naar buiten kunnen begeven zonder dagelijks met een paspoort langs Israëlische controles te moeten passeren wel eens potentieel als een provocatie beschouwd zou kunnen worden? Is het onmogelijk om te begrijpen dat organisaties als Hamas net ontstaan zijn uit onvrede en machteloosheid van de jarenlange militaire en burgerlijke provocaties van Israëlische burgers, alle regels van het internationaal recht en morele veroordelingen door neutrale vredesorganisaties ten spijt?
Geweld brengt geweld teweeg, en daar is deze nieuwe oorlog een zoveelste voorbeeld van. Dat het Hamas niet te doen is om de Palestijnse burgers maar enkel om een religieuze agenda en om de eigen machtspositie te versterken is duidelijk: al jarenlang vuurt de organisatie zelfgemaakte Qassamraketten op Israëlische dorpen en steden, goed wetende dat deze door het sterke Israëlische antiraketschild amper hun doel bereiken en extreem disproportionele wraakacties van het Israëlisch leger met zich meebrengen waar de gewone Palestijnen steevast het slachtoffer van zijn. Ook in deze oorlog zal dit niet anders zijn. Bovendien riep Hamas de burgers op om in Gazastad te blijven, goed wetende dat er een slachtveld zou ontstaan na de raketaanvallen van het Israëlische leger. Dit valt op geen enkele manier te rechtvaardigen, wat evenwel niet betekent dat elke vorm van gewapende strijd (van gewapende strijders in een gewapend conflict) ongerechtvaardigd is (7).
Deze zoveelste opflakkering van het conflict, die nu veel weg heeft van een echte oorlog, zal helaas weer enkel verliezers kennen, niet in het minst onschuldige burgers. Opnieuw: een situatie proberen te begrijpen is niet hetzelfde dan deze goed te keuren. Maar wie zich verplicht voelt om een standpunt in te nemen hieromtrent, dient op z’n minst de intellectuele eerlijkheid te hebben om de geschiedenis van het conflict en van het Palestijnse grondgebied te kennen. Wie één kant als terroristisch bestempelt, kan niet anders dan de andere kant hiermee gelijk te schakelen. De enige manier om ooit tot vrede op het grondgebied te komen, is om met elkaar te spreken, en elkaars standpunten te begrijpen en te erkennen. Dit was voor het ontstaan van een religieusstaatkundig project mogelijk en zou nu enkel mogelijk zijn indien beide partijen op voet van gelijkheid staan, wat in dit conflict duidelijk niet het geval is. Bovendien zijn de twee grote partijen in het conflict zelf religieus geïnspireerd en ijveren voor hun eigen gelijk: de extreemrechtse apartheidsregering van Benjamin Netanyahu, en het islamitische Hamas. De meest menswaardige optie zou één staat zijn, op volstrekt seculiere basis, waarin beide volkeren op voet van gelijkheid met elkaar samenleven, maar ook dit lijkt op dit ogenblik volstrekt onmogelijk. Is dromen even toegelaten…?
Jef Nyssen
Noten:
(1)Zie de ‘Terugkeer naar Zion’, het eeuwige verlangen dat bij de Joodse bevolking leeft in tijden vna ballingschap sinds de vernietiging van de eerste tempel (586 voor Christus) en de tweede (70 na Christus).
(2) Beide citaten : de Bijbel, Willibrordusvertaling.
(3) Voor de geallieerden waren beloftes ondergeschikt aan geopolitieke belangen. Na de Wereldoorlog, bij de ondertekening van het Verdrag van Sèvres, beloofden ze in 1920 ook onafhankelijkheid aan de Koerden. Toen Mustafa Kemal Atatürk in 1922 de macht greep, ondertekende hij in Losena (Lausanne) een nieuw verdrag met de geallieerden waarin er met geen woord meer gerept werd over een onafhankelijke Koerdische staat. Op geopolitiek vlak bleek een Atatürk als vervanger van de Ottomaanse sultans een interessantere optie en was hun belofte van twee jaar eerder niets meer waard.
(4)Cfr. de moord van de Hagana op de joodse Nederlandse schrijver Jacob Israël de Haan, die in 1919 als zionist naar Palestina emigreerde en later antizionist werd.
(5) Sand heeft het in dit boek onder meer ook, niet zonder controverse, het feit dat het lang niet zeker is dat alle Joden na de vernietiging van de Tweede Tempel uit Palestina waren verdreven. Allicht ging het eerder over een beperkt deel, de elite. De meerderheid van de joodse bevolking is allicht in Palestina gebleven en werd vervolgens gekerstend en nadien geïslamiseerd.
(6)https://www.amnestyinternational.be/nieuws/palestijnselevensingevaarnuisraelapartheidversterkt.
(7)Cfr. de uitspraak van het Belgische Hof van Cassatie dat een einde maakte aan het jarenlange proces tegen vermeende vertegenwoordigers van de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) en een aantal Koerdische vzw’s. De Koerden werden buiten vervolging gesteld en het Hof besliste dat het TurksKoerdische conflict beschouwd moest worden als een gewapend conflict waarop de terrorismewetgeving niet van toepassing kan zijn. Volgens het Belgische Strafwetboek kan er nl. geen sprake zijn van terrorisme op groepen verwikkeld in een gewapend conflict zoals gedefinieerd in en onderworpen aan het internationaal humanitair recht. Een dergelijk gewapend conflict hoeft niet enkel tussen reguliere militairen (die bijgevolg hun respectievelijke staten vertegenwoordigen), maar kan eveneens plaatsvinden tussen gewapende strijders (die niet afhangen van een staat) en militairen, voor zover het conflict onder meer al jarenlang duurt. Deze uitspraak erkent onder meer het recht van gewapende groeperingen om in opstand te komen, zonder dat dit per definitie ‘terrorisme’ genoemd kan worden. Uiteraard dient elk conflict hiervoor apart bekeken te worden.