In Memoriam: Jef Turf is niet meer.
Op woensdag 12 oktober is Jef Turf overleden op negentigjarige leeftijd. Tot halverwege 2016 was hij een regelmatige medewerker van dit blad tot zijn precaire gezondheidstoestand hem noopte te stoppen. Enkele jaren tevoren had hij zijn memoires uitgegeven, onder de titel “Van kernfysicus tot Vlaams communist”. In Gent was hij een waar icoon. Nogal wat dagbladen wijzen op een aantal paradoxen in zijn bestaan: als kernfysicus was hij hevig gekant tegen nucleaire energie. Hij was communist en toch strijdbaar flamingant. Als extreem-linkse agitator – onder andere in het partijblad ‘De Rode Vaan’ – stemde hij op het einde van zijn leven toch voor de N-VA. Toch waren al die aspecten van zijn persoonlijkheid niet – of niet helemaal – met elkaar in tegenspraak. In elk geval koos Turf nooit voor het gemakkelijkste pad.
Bernard Daelemans.
Uit Meervoud nr. 280, oktober 2022.
Jef Turf werd geboren in Mechelen maar groeide aan de kust op. In zijn jeugd viel hij algauw van zijn geloof. Tot in zijn laatste bijdragen in Meervoud zou Turf blijven verwijzen naar het Geuzenboek van Louis Paul Boon waar de moorddadige intolerantie van de katholieke religie in onze contreien in de zestiende eeuw in te boek staat. Voor Turf zijn die intolerantie en onderdrukking van andersdenkenden eigen aan de monotheïstische leerstelsels. In de tijd van de Europese reformatie en de godsdienstoorlogen moes-ten de protestantse sektes nauwelijks onderdoen voor de katholieken en de uitwassen van de islam in het huidige tijdsgewricht zag hij als manifestaties van hetzelfde euvel. Godsdienstvrijheid kan voor hem bestaan als een individueel recht maar op het collectieve vlak dient de scheiding van kerk en staat strikt te worden gehandhaafd. Hij plaatste veel vraagtekens bij de ‘multiculturele’ ideologie.
Na de Tweede Wereldoorlog vatte Turf zijn studies aan. Een artikel in De Standaard had zijn enthousiasme over kernenergie gewekt. Daarom promoveerde hij tot doctor in de Natuurkunde te Gent. Hij werkte in een Waalse afdeling van het Koninklijk Meteorologisch Instituut te Dourbes en bestudeerde er de nucleaire straling naar aanleiding van ongelukken met kerncentrales, kernproeven en kosmische straling. Hij kwam gaandeweg tot de conclusie dat de gevaren van nucleaire energie-opwekking veel groter zijn dan men in het algemeen bereid is te erkennen en werd er een hevig tegenstander van kernenergie door. Hij kreeg ook conflicten met zijn oversten toen hij gegevens over de nucleaire fall-out openbaar maakte tijdens een RTBF-uitzending.
Intussen had Turf op politiek vlak sym-pathie opgevat voor het marxisme en het communisme. Een engagement bij de Kommunistische Partij van België stond echter zijn carrière in het nucléaire domein in de weg : we bevonden ons toen volop in de Koude Oorlog, toen kon er geen sprake van zijn dat men een com-munist belangrijke functies zou toeken-nen op het vlak van ontwikkeling van kernwetenschappen en zijn industriële, laat staan militaire toepassingen. Turf besefte dat hij een keuze moest maken en koos voor zijn communistische idealen. In 1963 kwam hij naar Gent als vrijgestelde van de KPB. Hij begeleidde er tal van bedrijfsstakingen en werd op handen gedragen door de Gentse haven-arbeiders.
Binnen de KPB had Turf kritiek op de Moskou-trouwe lijn van de partij en omarmde het ‘eurocommunisme’, dat ook in Italië opgang maakte, en dat ijverde voor een socialistische maatschappij-analyse die is ingebed in de eigen samenleving. Turf begreep ook dat die samenleving te onzent in feite de Vlaamse samenleving was. Daarom wierp hij zich op als een van de leiders van de Vlaamse stroming binnen de partij. De partij werd ‘gefederaliseerd’ er kwam een nieuw partij-orgaan, de ‘Vlaamse gewestraad’, waar Turf voorzitter van werd. Hij was ook medestichter van een Vlaams cultuurfonds bin-nen de partij, het Frans Masereelfonds. Dat fonds werd vanaf 1971 losgemaakt van de partij. Antoon Roosens werd er als eerste niet-partijlid voorzitter van. Roosens en Turf ontdekten samen de theorieën van de Italiaanse communist Antonio Gramsci over de verwevenheid van klassenstrijd en nationale identiteit. Daarbij stond het concept van de ‘culturele hegemonie’ centraal. Het duo zou heel Vlaanderen afreizen om de rijkdom van de hegemonie-theorie van Gramsci te verkondigen. In de jaren 1960 en 1970 was niet alleen de KP maar de hele radicale linkerzijde ook bezig met het ana-lyseren van de Belgische ‘nationaliteiten-kwestie’, die toen op scherp stond. Het was de tijd van de marsen op Brussel waarvan het succes ook deels te danken was aan de betrokkenheid van segmenten uit de arbeidersbeweging.
Maar ook die Vlaamse benadering van Turf binnen de KP zorgde voor spanningen en conflicten. De partij was aan haar neergang bezig en een zondebok was snel gevonden. Turf werd op een ruwe manier gedefenestreerd (nog net niet letterlijk), ondanks protest van de basismilitanten die hem steunden.
Turf was niet alleen een politieke leider in de KP, hij was ook hoofdredacteur van de Rode Vaan. Zijn scherpe pen was een handelsmerk. Nadat hij uit de partij werd verwijderd zou hij overigens de rest van zijn loopbaan als journalist verder werken bij Belga, de Artsenkrant en na zijn op pensioenstelling zou hij natuurlijkerwijze bij Meervoud aanbelanden.
In zijn memoires van 2012 verklapte Turf ook dat hij in 2010 voor N-VA had gestemd. Voor vele medestanders een onbegrijpelijke stap en in Meervoud kwam hij hier enkele keren op terug omdat men kennelijk voorbij ging aan zijn motivatie. Ook al was de N-VA voorstander van kernenergie en van een liberale maat-schappijordening, toch zag hij deze partij vooral als de hefboom om de ontransparante en vastgelopen Belgische staat op te breken zodat een zelfstandig Vlaanderen het licht zou zien. Binnen dat zelfstandige Vlaanderen zou dan de strijd voor een sociaal een milieuvriendelijk beleid kunnen gevoerd worden, allicht tégen de N-VA. Toen die partij er in 2014 voor koos om in de Belgische regering te stappen zonder staatshervorming en met een rechts beleid, zou Turf echter algauw erkennen dat hij een vergissing gemaakt had. Zo schreef hij, in het nummer 200 van Meervoud : “Ik stel vast dat de N-VA de Vlaamse zelfstandigheid op een zijspoor heeft geplaatst, en zich voortaan toelegt op een neoliberaal, pro-kapitalistisch beleid, wat naar mijn overtuiging flagrant in tegenspraak is met de zorg voor een democratisch Vlaanderen.”
Het nummer 200 verscheen in oktober van 2014 en was een soort jubileum-nummer van Meervoud waar Turf ook stilstond bij de toekomst en de uitdagingen van het blad en van de links-flaminganten in het algemeen. In eerste instantie gaf hij een persoonlijke noot mee : Meervoud is “het enige tijdschrift of medium, in mijn lange loopbaan, waar ikzelf ongecensureerd kan schrijven of spreken.” Maar verder klonk het vrij somber : “Vlaanderen is in crisis zoals de wereld in crisis is. Het gerecht wordt misbruikt voor het onrecht. De rijken worden rijker ten koste van de armen. Democratische autonomie wordt met alle middelen bestreden. Democratie wordt verder afgebouwd door Europese en internationale instrumenten in handen van de bezittende klasse. Onderwijs en gezondheid moeten inleveren. In Europa hebben de lobbyisten meer macht dan de verkozen organen. In de wereld voeren godsdienstige fanatici weer het hoge woord. Er zijn dus voldoende redenen voor een links-nationaal tijdschrift om verder een belangrijke informatieve rol te spelen in Vlaanderen, in dienst van het Vlaamse volk en van de democratie.”
Hoewel hij al enkele jaren niet meer actief was, vervoegt kameraad Jef Turf een aantal strijdgenoten die in de voorbije jaren naar de eeuwigheid vertrokken : Antoon Roosens, Christian Dutoit, Mark Grammens, Joost Vandommele. We missen ze allemaal even erg als Jef want de strijd is nog lang niet gestreden.