Van Overtveldt tuchtigt Commissie en grote lidstaten
Lukas De Vos, uit Meervoud nr. 286, april 2023.
De Schuldenlast van de Europese Unie dreigt te ontsporen. Dat is een gevolg van onnadenkend veel nieuwe, geldverslindende initiatieven die de Europese Commissie ontwerpt. Voor het eerst heeft zij zich tot de geldmarkt gewend om het herstelplan na de Covidepidemie te kunnen bekostigen. Dat is geen kattenpis, want het hele omvangrijke project draait in de meerjarenbegroting (EMB) om 1.211 miljard euro, waarvan tweederde (807 miljard) gaat naarNext Generation EU zeg maar geld dat de lidstaten in staat moet stellen hun economie opnieuw recht te krijgen en te moderniseren. Daarvoor is liefst 340 miljard geleend, de rest bestaat uit subsidies uit de Europese EMB.
De Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders had daartoe het licht op groen gezet in 2020. Maar het Europees Parlement (EP), dat toeziet op de aanwending van alle fondsen, trekt fel van leer tegen de slordige manier waarop plannen worden uitgetekend zonder dat een rigoureus financieel plaatje vooraf is opgemaakt. Met name de voorzitter van de begrotingscommissie in het EP, Johan Van Overtveldt (ECR), bindt als Cassandra de strijd aan met de verkwisting. Hij is niet voor niets op 17 oktober 2022 door EUMatrix aangewezen als vijfde belangrijkste parlementslid van de 705 verkozenen, na voorzitster Roberta Metsola, EVPfractieleider Manfred Weber, de verrassende Finse Groene Heidi Hautala (die aan haar vijfde ambtstermijn bezig is) en S&Dfractieleidster Iratxe García Pérez. Zijn onwrikbare begrotingsdiscipline maakt indruk, en terecht want de rekening later doorschuiven naar de 445 miljoen Europese burgers is onaanvaardbaar.
Het rapport van Van Overtveldt over de renteafbetalingen kreeg ruime steun van het EP: 434 leden stemden voor, 99 tegen, 89 onthoudingen. De kritiek op het financieel beleid van de Commissie was niet min. Intrestaflossingen beginnen onmiddellijk, dat gaat Europa jaarlijks 8 tot 10 miljard per jaar moeten ophoesten. De Commissie kan of wil niet aangeven hoe die kost gedekt moet worden, want “ondanks herhaald aandringen, krijgt de toezichthouder geen accurate cijfers van de Commissie. We weten dat het gat groot is, maar niet hoe groot”.
Er is nochtans geleend tegen een uiterst lage rente? “Ik waarschuwde al in 2020 om de geldopnames zo snel mogelijk af te ronden. Profetische woorden. De lage rentevoeten zijn voorbij, we zitten nu al aan 3%, en ze blijven stijgen. De Europese Centrale Bank waarschuwde er voor, onlangs ook de gouverneur van de Deutsche Bundesbank, over een paar maanden zitten we allicht al boven de 4%. En dan blijft de Commissie stommetje spelen, we weten niet eens hoeveel al is opgenomen.” Zelfs 3 % op 330 miljard per jaar, dat is niet niks. Toch niet op een jaarlijkse begroting van pakweg 175 miljard. Er zal bijkomende financiering nodig zijn. Door bijkomende “eigen inkomsten”? Maar dan is het de burger die moet betalen. “Ja, want wat zo omfloerst ‘nieuwe eigen middelen’ heet is nuchter gezegd belastingen. Die komen uiteindelijk altijd op de nek van de burger. Wat ons ook parten speelt is dat twee derde van het Europees budget onaantastbare uitgaven behelzen. Landbouw en cohesiefondsen, om de armere lidstaten bij te trekken. En op andere posten kunnen of willen we niet besparen, zoals op Onderzoek en Ontwikkeling, dat echt goede resultaten heeft opgeleverd.”
De burger als dupe, ook als de belastingdruk nu al boven de 50% ligt, zoals in België en Denemarken? “Reken voor een gemiddeld gezin dat van een arbeidskomen leeft maar een pak meer, als je de optelsom maakt van directe belastingen, sociale bijdragen, prijsverhogingen in je winkelkarretje, en de BTW. Het is wel genoeg geweest! Daar kunnen we weinig aan doen, Europees, want de belastingbevoegdheid ligt bij de lidstaten. De minst onrechtvaardige vorm voor extra inkomen is dan de bijdrage van de staten aan Europa optrekken van pakweg 1% nu tot anderhalf procent. Dan betalen rijkere landen meer dan arme, en moeten we niet knoeien met subsidies. Duitsland zal meer betalen dan België, België meer dan Malta of Cyprus. Dat is ook eerlijk.”
Nochtans beurt Europa al eigen inkomsten. Er zijn de tolheffingen bij grensoverschrijdend vervoer, die deels worden overgedragen Italië is net veroordeeld omdat het onvoldoende doorstortte. Er is de plastictaks, er is opnieuw sprake van een koolstoftaks, van een taks op financiele transacties, van een uitstootbelasting. Maar de burger wil niet méér belastingen betalen, hoe goedbedoeld ook, “hij wil meer overhouden op zijn arbeidsinkomen”. Alleen moeten de regeringen dan in eigen vel snijden, en daar is weinig animo voor.
Even erg is het gedrag van de grote lidstaten, “ik noem ze de Big Brothers. Die rijden voor zichzelf, en zien niet om naar de kleine landen. Neem nu het RRF (Recovery and Resilience Facility), de ruggengraat van het herstelplan en de veerkracht van de economie. Je moet weten dat Spanje en Italië samen van de subsidies 45 % binnenhalen, terwijl ze niet eens een vierde van de EUbevolking uitmaken. Elk 80 miljard. En ze hebben niet meer geleden onder covid dan de andere landen, neen, ze zitten gewoon in vieze financiële papieren. Of neem nu de versoepeling van de regels voor staatssteun, in het licht van de steeds toenemende marktafscherming door de VS en China. Wie profiteert daarvan? Duitsland natuurlijk, als grootste producent en uitvoerder. En in februari heeft de Commissie ingestemd met het Soevereiniteitsfonds, een zwaar woord om ‘de industrie Made in Europe’ te bevorderen. Wie zit daar achter? Thierry Breton, commissaris voor de binnenmarkt. Ik ben er zeker van dat de parameters zo gemoduleerd worden dat Frankrijk, dat anders op zijn honger blijft zitten, dat naar zich mag trekken”. Je hoeft maar te kijken naar de initiatieven die al opgestart zijn, voor waterstof, batterijen, halfgeleiders (de ‘EU Chips Act’), zeldzame grondstoffen en ertsen, de ‘Industriële Alliantie voor Zonneenergie’. Alles draait rond Frankrijk. De Commissie bevestigt dat met de half maart uitgebrachte ‘Net Zero Industrial Act’ en de ‘Critical Raw Materials Act’, ter aanvulling van de ‘Relaxed State Rules Act’. Vroeger heette dat concurrentievervalsing als er teveel staatstussenkomst was, nu gaat het om, wat heet, efficiënte verdeling van subsidies.
Van Overtveldt houdt het erbij dat Europa teveel hooi op de vork neemt. Ambities zijn goed, er valt heel veel te zeggen voor meer inzet voor het klimaat, volksgezondheid, onderzoek, jeugdbescherming. Maar het financieel plaatje moet kloppen, de communicatie moet helder zijn, want dat willen de bedrijven: duidelijkheid, afgesproken deadlines, afbakening van het speelveld. De weifelende politiek over de kernenergie of de pesticiden of de verbrandingsmotoren vertroebelen de alertheid van de economie. “Dat is ook het probleem van de Green Deal. Zeer lovenswaardig, maar realistisch blijven: zonder de andere grote spelers de VS en China samen zijn verantwoordelijk voor de helft van alle uitstoot dreigt elke ambitie met de kop tegen de muur te lopen.”
De lamlendigheid van de Commissie werd nog eens onderstreept doordat de commissaris van landbouw, de Pool Janusz Wojciechowski, voor het “essentiële” debat over de nefaste gevolgen van het natuurherstelplan voor de (kleine) boeren zijn kat stuurde, en zich liet vervangen door zijn overigens zeer gewaardeerde collega Maread McGuinness, zelf een landbouweconome, nu bevoegd voor de financiële diensten. Het belette niet dat Sean Kelly (EVP) in het Parlement vlakaf eiste dat bij ongewettigde afwezigheid in sleuteldebatten, “als een commissaris niet komt opdagen, moeten we een motie van wantrouwen indienen”. Van Overtveldt viel hem ongeremd bij, “dat was ook onaanvaardbaar”. Maar voegde hij er wel gniffelend bij: “Zo’n strafprocedure bestaat blijkbaar niet. Er is wel dringend behoefte aan. Stel je voor dat ik destijds als federaal minister van financiën niet in de parlementscommissie aanwezig zou geweest zijn. Ze hadden me buitengedragen. En terecht.” Ziekte of Europees overleg of buitenlandse reis niet meegerekend natuurlijk.
Toch wil hij nog één vooroordeel uit de weg ruimen. Is het niet zo dat de Europese instellingen bedrijfsvriendelijker zijn dan burgergericht? “Als je de graaiflatie bedoelt, kan ik daar weinig in meegaan. Al te vaak kijkt men, zoals de ECB, naar de winsten vóór de fors gestegen rentelasten. Geert Noels ontkracht die stelling in De Tijd. De inflatie, en dus waardevermindering, is het gevolg van een monetair en budgettair beleid, punt. Anderzijds: bedrijven die de prijszetting misbruiken, daar moet de commissaris voor mededinging, Margrethe Vestager, ingrijpen. In eigen land is er ook een dienst die correcte concurrentie in het oog houdt. En wat onszelf betreft: we moeten stilaan de moed vinden als politici om te erkennen dat we niet alles kunnen doen. Daarom is de burger malcontent. Wij wenden altijd voor dat er voor alles een oplossing bestaat. Niet dus.”
Zit hij in zak en as? Niet echt. “Ik heb er een goed oog in dat de Commissie snel de nodige gegevens zal verstrekken. Want ook de Raad is hoogst gefrustreerd door de schimmige situatie. Ik eis in elk geval dat voor de zomeronderbreking, voor half juli dus, ik alle nodige cijfers krijg. Maar ik geef toe: het blijft een uphill battle. Ik moet ook nog meerderheden vinden in de begrotingscommissie en in het voltallige parlement. En het kan dat de Raad wat nukkiger zal zijn omdat het parlement maar één kwijting (goedkeuring van het bestede geld, nu over het jaar 2021) heeft geweigerd: die van de Raad. Ondanks ons gentleman’s agreement om niet in elkaars boekhouding te kijken.” Het is ook altijd wat.