Meervoud nr. 294, februari 2024.
Op naar één Ierland? Gesprek met Declan Kearney. Door Lukas De Vos.
Twaalf stellingen. Door Ludo Abicht.
Geen staatshervorming? Door Bernard Daelemans.
Geen Staatshervorming?
“Geen staatshervorming nodig ? Dat men mij dan eens zegt wat men wél gaat doen om dit land betaalbaar te houden.” DixitKoen Geens (CD&V) in Het Laatste Nieuws van enkele weken geleden. De boodschap is hel-der : de federale overheid zit op zijn tandvlees en kan zijn kerntaken : politie, justitie, defensie en sociale ze-kerheid (pensioenen, uitkeringen en gezondheidszorg) niet meer bolwerken zonder het begrotingstekort te la-ten oplopen. Grote hervormingen dringen zich op, dat zeggen ook de meerderheidspartijen, maar ze blijven uit omdat op federaal vlak geen consensus kan gevonden worden over diepgaande hervormingen inzake pensioe-nen, gezondheidszorg en arbeidsmarktbeleid. Door een aantal domeinen aan de deelstaten toe te vertrouwen, door de deelstaten financieel te responsabiliseren, wordt het minder uitzichtloos om dergelijke hervormingen en moeilijke keuzes te maken.
Dat vindt ook Quinten Jacobs, advocaat grondwettelijk recht (KU Leuven), die in De Tijd schrijft “Een nieuwe staatshervorming is geen tijdverlies. (…) Open VLD-voorzitter Tom Ongena spreekt van “maandenlange blokkering” en zegt “onmiddellijk met grote hervormingen te willen beginnen”. Nog los van het feit dat dat weinig geloofwaardig is van een partij die al een kwarteeuw ononderbroken in de federale regering zit en die regering de voorbije jaren zelfs leidde zonder die zogenaamde ‘grote hervormingen’ door te voeren is de suggestie dat een staatshervorming tijdverlies is fout. (…) Door bevoegdheden waarover tussen Vlaamse en Franstalige partijen structureel onenigheid bestond over te dragen aan de deelstaten werd de federale regering van een hoofdpijndossier verlost en konden de dossiers in kwestie, zoals de kinderbijslag, op deelstatelijk niveau worden hervormd.” Jacobs verwijst daarbij naar doctoraal onderzoek aan de UGent.
Natuurlijk ligt het kalf gebonden bij het Franstalige veto tegen (staats)hervormingen. Zowel Wallonië, Brussel als de Franstalige Gemeenschap kunnen nog enkel door steeds toenemende schuldenopbouw, het hoofd bo-ven water houden en hun instellingen enigszins laten functioneren. De Franstalige deelstaten hebben geen fis-caal draagvlak om een eigen sociale zekerheid te bekostigen. Recent onderzoek toont trouwens aan dat zowat de hele Belgische staatsschuld in feite van Waalse makelij is omdat ze nagenoeg integraal kan worden toege-schreven aan het aanhoudende en structurele Waalse deficit in de sociale zekerheid. Tegelijk ontbreken de sti-muli op deelstaatniveau om aan het fundamentele euvel te verhelpen : de veel te lage werkzaamheidsgraad in Wallonië en Brussel. In een interview met Trends, gaan twee KUL-economen Dirk Heremans en Erik Buyst op deze problematiek door : “Het grabbeltonfederalisme heeft de Belgische overheidsschuld opgeblazen.” Hun bevindingen staan ook te boek in hun bijdrage “Financiële valkuilen in 40 jaar Belgische staatshervor-ming” in een recente uitgave van Die Keure “Valkuilen in Recht en Economie”.
En ook oud-bankier Remi Vermeiren kwam onlangs naar buiten met een nieuw “Vlaams Manifest”, zowat twintig jaar na het spraakmakende Warandemanifest. Het beklijvende voorwoord is van de hand van Mark El-chardus die opmerkt dat het manifest de Waalse tragiek behoorlijk centraal stelt : “Ooit zal men terugblikken op de verzelfstandiging van Vlaanderen en vaststellen dat zij, hoe bevlogen ook de taal waarmee zij werd be-pleit, uiteindelijk neerkwam op het betalen van losgeld. Dat is geen prettige gedachte, maar minder erg dan de vaststelling dat elke etappe in de institutionele hervorming van België ook een slecht gebruik was van de moge-lijkheden van Wallonië, van de motivatie en de talenten van de Walen. Financieel wanbeheer waarbij de Wa-len geenszins baat hebben, werd telkens weer opgelapt in ruil voor wat meer Vlaamse bevoegdheid.” Om uit de patstelling te geraken wordt een doorgedreven regionalisering voorgesteld die alleen kan bekomen worden mits de solidariteit met Wallonië op een transparante manier nog voor een ‘aanzienlijke periode’ wordt behou-den. “De transfers krijgen op die manier de betekenis die zij al lang hadden moeten hebben : een middel, niet om onverantwoord beleid en de afhankelijkheid van Wallonië te bestendigen, maar om Wallonië te helpen een eigen weg te vinden waarin inkomen en uitgaven beter in evenwicht zijn, dat de Walen meer kans op zelfredzaamheid en waardigheid geeft, minder risico op bijstandsafhankelijkheid en armoede.”
We zouden het zelf zeker niet beter kunnen verwoorden.