Brussel: regeringsvorming in het slop
Uit: Meervoud nr. 299, oktober 2024.
Door Bernard Daelemans.
Franstalig Brussel flirt met institutionele crisis
Begin oktober heeft het Brussels parlement een ordonnantie goedgekeurd die twee jaar uitstel verleent aan bepaalde categorieën van vervuilende voertuigen die normaal al eind dit jaar uit het verkeer hadden moeten verdwijnen. Het gaat om in totaal 138.642 voertuigen, vooral personenauto’s, waarvan de meeste ingeschreven in Vlaanderen (57.000), en daarnaast 42.000 in Brussel en 39.000 in Wallonië. Ze maken bijna 10% uit van het totaal aantal voertuigen dat volgens een meting in juni in Brussel in het verkeer werden opgemerkt (door honderden ANPRcamera’s die de LEZ controleren). De Brusselse milieuorganisatie BRAL becijferde dat door het uitstel 13,5% van de beoogde uitstootvermindering van stikstofoxiden niet zou gerealiseerd worden.
Het voorstel van ordonnantie werd ingediend door de drie Franstalige partijen die momenteel onderhandelen over de vorming van een Brusselse regering (PS, MR en Les engagés) plus Open VLD. De partijen roepen sociale en economische argumenten in om het uitstel te verdedigen. En ook de hoogdringendheid, vermits de verstrenging van de LEZcriteria al op 1 januari zou zijn ingegaan. Het voorstel kreeg in het parlement ook de steun van de PVDA, Team Ahidar en Vlaams Belang zodat het met een krachtige ¾ meerderheid werd goedgekeurd. Ook aan Vlaamse kant was er een relatieve meerderheid van zeven zetels tegen vier bij vijf onthoudingen.
Toch heeft de forcing van de Franstalige partijen een bom gelegd onder de Brusselse regeringsvorming. Vlaams formateur Elke Van den Brandt heeft meteen de handdoek in de ring gegooid toen ze vernam dat de toekomstige coalitiepartners een van de verwezenlijkingen van Groen in de voorbij regeerperiode onderuit ging halen. Temeer daar GeorgesLouis Bouchez via X aankondigde dat dit nog maar een eerste stap is in de ontmanteling van het hele ‘Good Move’beleid dat de Van den Brandt heeft uitgetekend. En van zijn kant had ook de PSfractieleider Ahmed Laaouej bij de indiening van het voorstel van ordonnantie laten weten dat het Brusselse bestuursmodel met de machtsparticipatie gebaseerd op twee taalgroepen aan herziening toe is.
Tot haar eigen schade en schande ontdekt Groen nu dat de institutionele beschermingsmechanismen voor de Vlamingen wel degelijk hun belang hebben… en dat ze niet perfect zijn. Immers: de spelregels bepalen wel dat de Vlamingen zelf bepalen wie ze in de Brusselse regering afvaardigen (en gezien de verkiezingsresultaten levert Groen in elk geval een minister) maar anderzijds geldt in het parlement slechts een eenvoudige meerderheid. Kortom, de VlaamsBrusselse ministers kunnen steeds overruled worden in het parlement en dat is een scenario waar Groen nu feestelijk voor bedankt. In een interview met Bruzz heeft ontslagnemend minister Tinne Vanderstraeten (Groen) gewaarschuwd dat deVlamingen op federaal vlak hetzelfde zouden kunnen doen. “En dan is het einde zoek”.
Het is bijzonder ironisch dat nu juist Groen zich gedupeerd voelt door de eenzijdige démarche van de Franstalige partijen en communautair alarm slaat want de partij heeft zich in Brussel altijd ver gehouden van taalrellen en meer dan eens de evolutie van Brussel naar een ‘gemeenschapsgewest’ waar taalopdelingen niet langer relevant zijn toegejuicht.
In De Morgen heeft Bart Eeckhout de evolutie van de toestand in Brussel scherp geanalyseerd. Je moet geen flamingantische scherpslijper zijn om te beseffen dat de inzet van dit debat groot is en hij waarschuwt ook voor de in Vlaamsprogressieve kringen populaire maar wat naïeve gedachte van een eengemaakte ‘Brusselse gemeenschap’, wars van taalopdelingen : “Na decennia aanmodderen haakte Brussel de voorbije jaren eindelijk in op de internationale urbanistische trend van betere stadsplanning, en groenere en autoluwere wijken”, schrijft Eeckhout. Dat is in ruime mate de verdienste van Nederlandstalige, progressieve politici (…), die in de Brusselse regering een redelijk vrije
hand over mobiliteit en stedenbouw kregen. Met de Good Moveplannen, die diep ingrijpen in het lokale beleid, lijken ze evenwel op de limieten van hun macht gebotst te zijn. De MR, maar ook de PS, is er op gebrand om de ‘flamands’ weer tot hun ware politieke proporties te herleiden. Klinkt dat overspannen flamingant? Naïviteit is uit den boze: zulke rauwe politieke strijd is hoe een eengemaakte Brusselse gemeenschap in het echt zou kunnen uitpakken.”
En last but not least : “Dit gaat niet alleen over groenrode strijdpunten. Het Brussels Gewest staat voor een zware budgettaire sanering en bijna onvermijdelijke herfinanciering. In ruil ligt een politieke versobering met minder mandaten, minder gemeentes en een eengemaakte politiezone voor de hand. Eigenlijk zeggen de Franstalige partijen nu al dat er ook van dat ‘typisch Vlaamse’ idee alweer niks in huis gaat komen.”
Intussen raakte ook nog bekend dat David Leisterh (MR), de gedoodverfde toekomstige ministerpresident, een studie liet bestellen om te kijken of een Brusselse regering kan worden gevormd zonder Nederlandstalige meerderheid. De denkpiste die daarin wordt gevolgd is juridisch nogal wankel : het idee is om de zittende Franstalige ministers ‘in lopende zaken’ te vervangen door leden van de nieuwe (Franstalige) meerderheid door een ‘individuele motie van wantrouwen’. Grondwetsspecialist
Guillaume Delvaux noemt dat een zinloos voorstel, want deze ministers zouden daardoor geen ‘volheid van bevoegdheid’ krijgen. Het feit dat er nog maar aan gedacht wordt, vindt Cieltje Van Achter (NVA) “onvoorstelbaar en respectloos”. Ze staat daarmee niet alleen.
Bij de stemming over de LEZzone heeft NVA zich onthouden hoewel ze in feite voorstander waren van het uitstel. Dat heeft alles te maken met de houding van de Franstalige partijen. Ook bij Vooruit en CD&V speelde de houding van de Franstalige partijen mee in hun onthouding. VB stemde wel voor hoewel ze daar ook moeite hadden met de methode van de Franstaligen.
En de Brusselse regeringsvorming?
Hoe moet het nu verder met de Brusselse regeringsvorming? Ten gronde is deze doelbewust over de verkiezingen getild, voornamelijk omdat de PS beducht was voor kritiek vanuit de PVDA, vanwege het nakende aangaan van een gewestelijke coalitie met de liberalen.
Aangezien MR en Les Engagés zich aan elkaar geklikt hebben, is er immers maar één coalitie mogelijk aan Franstalige kant, namelijk met de PS. Aan Vlaamse kant liggen de kaarten moeilijker door de doorbraak van Team Fouad Ahidar. Deze heeft, nadat Elke Van den Brandt het formateurschap loste, de fakkel overgenomen maar is uiteindelijk ook niet verder geraakt dan verkennende gesprekken.
Van den Brandt had haar zinnen gezet op een formatie met vier Vlaamse partijen : Groen, Vooruit, VLD en CD&V maar vooral deze laatste partij, met slechts één verkozene, Benjamin Dalle, liet al snel weten dat ze zich niet geroepen voelde om de uittredende coalitie te depanneren. Ahidar mikte dan weer op een samengaan van Groen, Vooruit en zijn eigen Team Fouad Ahidar. Voorlopig zonder resultaat.
Maar inmiddels werd de Vlaamse regering gevormd. De regering Diependaele rust op een coalitie tussen Vlaamsnationalisten (NVA), socialisten en christendemocraten. De NVA levert daarbij de Vlaamse minister bevoegd voor Brussel, Cieltje Van Achter. Zodoende gaan er nu stemmen op om het Vlaamse luik van de Brusselse regering op te vatten als een afspiegeling van de Vlaamse regering met NVA, Vooruit en CD&V, aangevuld met Groen. Het blijft een moeilijke legpuzzel want er zijn dan vier partijen en slechts drie ministeriële functies te begeven. Volgens Bruzz zijn het merkwaardig genoeg vooral de Franstaligen die zouden aandringen op een deelname van NVA in de Brusselse regering. Hopen ze dat het NVAhoofdkwartier meer inschikkelijk zal zijn om met geld voor Brussel over de brug te komen wanneer ze daar zelf een mannetje zitten hebben? Of wordt het een vrouwtje, bijvoorbeeld Van Achter die dan een dubbelmandaat zou bekleden in de Vlaamse én Brusselse regering zoals indertijd Guy Vanhengel ook in de beide regeringen minister was?
Het kan nog alle kanten op. En er moet nog stevig onderhandeld worden. Groen zal niet aanvaarden dat ‘Good Move’ volledig op de schop gaat en zowat alle andere partijen willen het mobiliteitsbeleid herbekijken. En de NVA zal toch enige ernst verlangen van de overkant om de tweetaligheid van de dienstverlening in Brussel te verbeteren. Maar alle Vlaamse partijen samen zullen toch ook niet kunnen aanvaarden dat het regeerakkoord, zodra het onderhandeld is, door de Franstalige partijen vanuit het parlement onderuitgehaald wordt. Van Franstalige kant wordt nu weer sussende taal gesproken. Stijn Bex (Groen) ziet de episode omtrent het uitstel van de verstrenging van de LEZ nu vooral als een soort verkiezingsstunt vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Wanneer u dit leest zijn die al achter de rug maar terwijl we dit schrijven nog niet. We komen daar in onze volgende editie uiteraard op terug.