Catalonië: Geen democratie zonder vrijheid van meningsuiting
In de Spaanse Cortes werd zeer recent het licht op groen gezet voor een herziening van de wet die het misdrijf ‘opstand’ (sedición) vervolgbaar stelt. Deze ingreep, waar de Catalaanse onafhankelijkheidspartij ERC haar medewerking aan verleent, past in de ontrafeling van het Spaans-Catalaanse conflict en de strafrechtelijke afwikkeling ervan. Zoals bekend hebben de kopstukken van ERC in de zomer van vorig jaar door een soort ‘pardon’ de gevangenis mogen verlaten maar dat heeft bijlange geen einde gemaakt aan de repressiegolf die het Spaanse gerecht tegen de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging heeft ontketend. Hilde Roosens geeft een stand van zaken.
Hilde Roosens
Uit Meervoud nr. 281, november 2022.
Het kwam in de Vlaamse media niet aan bod, maar in de Catalaanse kranten ging het niet onopgemerkt voorbij. (oa Vilaweb 25 okt. 2022). De Raad van Europa publiceerde, op 6 oktober jl, een informatie-document ondertekend door secretaris-generaal Marija Pejcinovic Buric over democratie en vrijheid van meningsuiting. De titel luidt ‘Politieke vrijheid van meningsuiting: onontbeerlijk voor de democratie’ (vertaald).
Het document handelt over vrijheid van (politieke) meningsuiting in het algemeen en over de vrijheid van meningsuiting van politici in het bijzonder. In het document wordt verwezen naar de rechtspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens (NIT S.R.L. vs Republiek Moldavië – 5 april 2022 nr. 28470/12) en het citeert : “il est de l’essence de la démocratie de permettre la proposition et la discussion de projets politiques divers, même ceux qui remettent en cause le mode d’organisation actuel d’un état, pourvu qu’ils ne visent pas à porter atteinte à la démocratie ellemême” (vert.: Het is de essentie zelf van de democratie om toe te laten dat politieke projecten worden voorgesteld en besproken, zelfs diegene die de bestaande organisatie van een staat in vraag stellen, zolang ze niet tot doel hebben om de democratie zelf aan te tasten).
En dit geldt, a fortiori, voor parlementsleden. In haar resolutie 2381 (dossier Cilevics 2021) benadrukt de parlementaire vergadering van de Raad van Europa dat de vrijheid van meningsuiting van politici een bijzonder hoog niveau van bescherming vereist (un niveau de protection particulièrement élevé) en dat iedere persoon, ook politieke mandatarissen, het recht heeft om voorstellen te formuleren waarvan de uitvoering vereist dat grondwettelijke wijzigingen zouden worden doorgevoerd, op voorwaarde dat de voorgestelde middelen daartoe vredelievend en wettelijk zijn en de doelen niet in tegenstrijd met de fundamentele principes van de democratie en de mensenrechten zoals door de Raad van Europa erkend.
“Tot die voorstellen behoort het oproepen tot omvormen van een centralistische grondwet naar een federale of confederale grondwet, of omgekeerd, of tot de wijziging van het juridisch statuut en de bevoegdheden van territoriale eenheden (regionaal of lokaal) teneinde ze een hoge graad van autonomie te verlenen en zelfs onafhankelijkheid “(vert.,ibidem res. 2381)
Oproepen tot onafhankelijkheid dient in een democratie gerespecteerd te worden
De organisatie van de staat in vraag te stellen, tot en met het oproepen tot onafhankelijkheid behoort tot de vrijheid van meningsuiting en moet in een democratie absoluut gerespecteerd worden. Op deze basis politici vervolgen en, erger nog, opsluiten, is ontoelaatbaar.
De resolutie 2381 waar de secretarisgeneraal naar verwijst als basis voor haar vertoog, kwam tot de vaststelling dat de opgesloten Catalaanse politici politieke gevangen waren (ze werden inmiddels onder voorwaarden opnieuw in vrijheid gesteld) en drong er op aan dat de Spaanse staat het strafwetboek zou aanpassen daar waar dit nog misdrijven als ‘rebellión’ en ‘sedición’ bevat. (rebellie en opruiïng).
In hetzelfde document wordt overigens erkend dat op 1 oktober 2017 (de dag van het Catalaanse onafhankelijkheidsreferendum) geen sprake was van geweld vanuit de hoek van de bevolking en wordt aangedrongen op dialoog en democratische oplossingen.
Spanje respecteert de democratische waarden niet
Volgens verifcat.cat, een Catalaanse webstek die feiten op hun waarachtigheid controleert, zijn meer dan 3 000 Catalanen, politici en actievoerders, slachtoffer van vergeldingsmaatregelen van de Spaanse staat omdat ze uiting gaven aan hun politieke overtuiging: namelijk dat Catalonië onafhankelijk dient te worden. (Qui són els ‘mès de 3.000 represaliats’ dels quals parlen els partits independentistes – 22 juli 2021).
Aan de basis van de telling ligt Omnium Cultural, zeg maar het Catalaanse Davidsfonds maar dan met een uitgesproken nationalistisch profiel, dat in 2021, 3.301 dossiers optelde. Inmiddels werden nog meer burgers vervolgd op basis van ‘misdrijven’ die kunnen teruggebracht worden tot dezelfde reden nl het uiten, op vreedzame manier en met wettelijke middelen, van hun politieke voorkeur. De Spaanse vervolgingsmachine werkt onverbiddelijk verder.
De lijst, die door de factchecker correct werd bevonden, omvat namen die internationaal gekend zijn, zoals de actievoerders Jordi Sanchez (voorzitter ANC evenknie van onze Vlaamse Volksbeweging) en Jordi Cuixart (voorzitter Omnium Cultural) en politici die veroordeeld en opgesloten werden omwille van hun politieke overtuiging. Of de politici die, zoals de Catalaanse president en ministers Comin, Puig en Ponsatí, nog steeds in ons land in ballingschap leven.
Maar ook burgemeesters, slachtoffers van politiegeweld voor, tijdens en na 1 oktober 2017, en leden en militanten van onafhankelijkheidsbewegingen en actiegroepen zoals Omnium, ANC, CDR of Tsunami, en stakers en protestvoerders allerhande die om die reden voor de onderzoeksrechter belanden werden meegeteld.
Er worden dus heel wat mensen in Catalonië vervolgd omwille van hun vraag tot omvorming van de Spaanse staat en oprichting van een onafhankelijke Catalaanse staat. Dat daarbij de strafrechtelijke basis van de vervolgingen niet meer van deze tijd is, was al even duidelijk.
Uit het strafwetboek?
Op 26 november jl nam het ‘Congreso’ (de Spaanse Kamer) met een ruime meerderheid een wetsontwerp in overweging dat tot doel heeft om alvast het misdrijf ‘sedición’ niet uit het strafwetboek te halen maar om te vormen naar een afgezwakte versie.
In democratische staten is het misdrijf hopeloos gedateerd. Het stamt uit een periode van voor de democratie, waarbij de staat zich met alle mogelijke middelen in zijn voortbestaan wou beschermen. Sinds de erkenning van het recht op vrije meningsuiting en de mogelijkheid om daar collectief en vredevol voor te manifesteren is dit anachronisme overbodig geworden.
In Spanje bestaat het nog wél en werd het aangewend om de politieke tegenstanders van de Spaanse staat te vervolgen.
Het misdrijf houdt in (art. 544 en 545 van het Spaanse strafwetboek) dat vervolging mogelijk is van wie zich publiek en ‘met tumult’, met geweld, maar ook met wettelijke middelen, verzet tegen de toepassing van de wet of de uitoefening van het gezag van de overheid.
De straffen, in functie van de omstandigheden, gaan van 4 tot 15 jaar gevangenis en even lange ontzetting uit de burgerrechten.
Het wetsvoorstel tot ombouwen van dit misdrijf gaat uit van PSOE en Unidas Podemos, en houdt in dat het obsolete misdrijf dat een grondwettelijke anomalie belichaamt, wordt vervangen door dat van ‘désordenes publicos agravados’ : verzwaarde publieke onrust.
De Spaanse regering ziet er een mogelijkheid in om de angel uit het onafhankelijkheidsdossier te trekken in een proces waarbij ERC – de Catalaanse links georienteerde partij die aanstuurt op onfhankelijkheid mits overleg en dus op langere termijn betrokken is. Deze partij voert momenteel de Catalaanse regering aan.
Het zou, vanuit die optiek, moeten toelaten om een einde te stellen aan tal van vervolgingen wegens het politiek protest in Catalonië. En aan Catalonië de ‘toekomst die het verdient’ te gunnen.
Junts en CUP, de andere Catalaanse separatistische partijen, onthielden zich bij de stemming in het Congres. Wat verrassend, vanwege Junts, dat amnestie en zelfbeschikking eist, en niet als ‘nuttige idioot’ wil gebruikt worden. De stemming had evenwel enkel betrekking op het al dan niet in overweging nemen van de wet.
Het ontwerp stuitte op een duidelijk ‘neen’ van 155 Spaanse nationalisten. De Partido Popular ziet er een maneuver in van de Spaanse regering om zo een krakkemikkige begroting af te kopen met stemmen van ERC en schreeuwt bijgevolg moord en brand over “omkoping van het Catalaanse independentisme”. Waarrond het alvast een nationale campagne startte.
De fascistische partij VOX, altijd een toontje hoger heeft het over “verdoken amnistie voor plegers van een staatsgreep” en Ciudadanos, dat niet achterwege kan blijven in het Spaans nationalistische opbod kwalificeert het intiatief als een “staatsgreep tegen het strafwetboek en een misdrijf tegen de democratie”.
Het wordt dus uitkijken naar wat de bespreking, amendering en stemming in het parlement uiteindelijk zal opleveren.
Verzwaarde publieke onrust. En dan ?
Feit is dat de vervolgde Catalaanse politici die zich nog in ons land bevinden vervolgd werden op basis van een tweede misdrijf, dat van ‘malversación’ – misbruik van overheidsmiddelen (om de stembusgang mogelijk te maken). Aan dat misdrijf, zo preciseerde de Spaanse premier Pedro Sánchez, wordt onder geen beding geraakt. Voormalig Conseller (minister) van cultuur Puig, nog steeds voortvluchtig in ons land, wordt bij voorbeeld enkel op basis van dit misdrijf vervolgd.
Maar binnen het hardere Catalaanse onafhankelijkheidskamp heerst ook heel veel scepsis over het feit of de andere invulling van het misdrijf zoden aan de dijk zal brengen. Bij Junts wordt alvast werk gemaakt van een andere invulling van het nieuwe misdrijf.
Het is niet alleen onduidelijk wanneer, hoe en voor welke delicten de oude wet zal worden geschrapt, maar het onafgebroken Spaanse fumus persecucionis indachtig zouden de CDR het wel eens bij het rechte eind kunnen hebben. Wat er ook aan de wet verandert, de Spaanse staat zal indepentenisme met alle mogelijke middelen strafrechterlijk blijven vervolgen, zo stellen zij. En geen enkele vorm van onderhandeling zal daar, volgens de CDR (Comités voor de verdediging van de republiek) , ooit verandering in brengen. Volgens hen biedt het nieuw geformuleerde delict nog steeds de mogelijkheid om actievoerders die scholen bezetten, wegen versperren of op een andere manier mobiliseren op te sluiten. Dat terwijl mobilisering van en door de bevolking de enige weg naar onafhankelijkheid blijft.
Ook Amnesty bevestigde ondertussen dat het nieuwe misdrijf wel degelijk een onaanvaardbare rem blijft zetten en een duidelijke belemmering uitmaakt op het recht op protest door het middenveld.
Wordt dus, zeker, vervolgd.