De digitale Encyclopedie van de Vlaamse Beweging
Op maandagnamiddag 29 januari 2024 wordt in het Vlaams parlement in Brussel de digitale Encyclopedie van de Vlaamse beweging (dEVB) voorgesteld. In 1973 en 1975 werd al een tweedelige, Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (EVB) gerealiseerd en in 1998 kwam de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (NEVB) in drie boekdelen uit, beide op papier.
Uit: Meervoud nr 292. December 2023.
Door Nico Van Campenhout.
De digitale Encyclopedie van de Vlaamse Beweging is de derde, maar ook de definitieve…
Het idee voor een nieuwe editie sluimerde in het in Antwerpen gevestigde ADVN – archief voor nationale bewegingen sinds omstreeks 2010. In 2017 en 2018 schreven historici Luc Boeva en Andreas Stynen, toen respectievelijk waarnemend directeur van en wetenschappelijk medewerker bij deze erfgoed en onderzoeksinstelling, er een conceptnota over. Een jaar later werd, na de aanstelling van historica Ann Mares als nieuwe directeur met ingang van 1 januari 2019, door het ADVN via een extra financiële impuls van de Vlaamse overheid een wetenschappelijk medewerker aangeworven, neerlandicus Aragorn Fuhrmann. Eveneens in 2019 werd een gediversifieerde kernredactie samengesteld, met academici uit verschillende disciplines van universiteiten en wetenschappelijke onderzoeksinstellingen in Vlaanderen en Brussel. Vanaf 2020 werd een veelheid aan auteurs met uiteenlopende achtergronden aangezocht om de ongeveer 4.000 lemma’s te schrijven of te redigeren en die van andere medewerkers – uiteraard geanonimiseerd – na te lezen en te reviewen. Vanaf 2021 werd de bureauredactie, waarvan ook de directeur van het ADVN en wetenschappelijk medewerker en historicus Kas Swerts deel uitmaken, aangevuld met neerlandica Sarah Menu. Voor de beeldredactie van de dEVB werd historicus Winne Gobyn aangeworven, die eerder ruime ervaring opdeed in het cureren van tentoonstellingen en het redigeren en produceren van boeken en catalogi.
Op woensdagnamiddag 6 september vond in de zonovergoten en bloeiende binnentuin van het ADVN in de Antwerpse Lange Leemstraat, in de schaduw van een standbeeldje van ‘de Antwerpse universalist’ Wannes Van de Velde (19372008), een gesprek plaats met de twee redactionele coördinatoren van de dEVB, Aragorn Fuhrmann (°Oostende, 1995) en Sarah Menu (°Antwerpen, 1993). Aragorn groeide op in Loppem, Sarah in Antwerpen, de Verenigde Staten van Amerika en de Kempen. Beiden studeerden Nederlandse taal en letterkunde en theater, film en literatuurwetenschap aan de Universiteit Antwerpen, en Sarah ook nog filosofie. Zij wonen alle twee in de Scheldestad. Aragorn werkte eerder korte tijd als leraar in het middelbaar onderwijs en Sarah was gedurende enkele jaren werkzaam in de privésector. De bureauredactie vergaderde de voorbije vijf jaar maandelijks met de kernredactie om de grote lijnen en de wetenschappelijke integriteit en kwaliteit van het dEVBproject te overzien en te bewaken, redactionele keuzes te maken en meningsverschillen te beslechten.
“De digitale EVB”, aldus Sarah en Aragorn, “bouwt voort op de NEVB uit 1998, die unaniem als meer dan degelijk werd ervaren, en ook op de EVB uit 19731975. Die gedrukte overzichtswerken zullen allebei integraal kunnen worden geraadpleegd via de website van de dEVB. Uiteraard was bijsturing, aanvulling, en actualisering vanuit een eigentijds perspectief en op basis van recente onderzoeksresultaten nodig”. Dat resulteert erin dat de dEVB de neerslag vormt van de maatschappelijke en historiografische verschuivingen tijdens de jongste decennia. “De nationaliteitsvorming in Vlaanderen en de communautaire problematiek in België hebben – zowel (partij)politiek als veel breder tijdens de voorbije kwarteeuw ingrijpende transities doorgemaakt. Dat vertaalt zich in een hele reeks nieuwe trefwoorden over personen, organisaties en initiatieven die zich in de loop van de 20ste eeuw hebben gemanifesteerd. Zo werden tijdens de voorbije vier jaar ongeveer vierhonderd lemma’s toegevoegd aan het corpus van de dEVB. Daarnaast reflecteert de digitale encyclopedie de evolutie in de geschiedschrijving van de Vlaamse beweging, als onderdeel van zich wijzigende trends in het internationale nationalismeonderzoek. Ook de aanhoudende opmars van de meer mentaliteits en cultuurhistorische benadering van het verleden in de academische wereld en daarbuiten wordt erin weerspiegeld. Zo wordt in de dEVB uitgebreid aandacht besteed aan de relatie van de Vlaamse beweging met onder andere natuurbehoud en verpleegkunde”. Een andere illustratie van deze veranderde insteek is dat het activisme, de georganiseerde collaboratie van Vlaamsgezinden met de Duitse bezetter tijdens de Eerste Wereldoorlog, niet meer alleen wordt behandeld als een politiek fenomeen, maar tegelijk als een versneld momentum van emancipatie van een generatie modernistische jonge intellectuelen, literatoren en beeldende kunstenaars, al dan niet met politieke ambities. Niet toevallig kreeg de recente biografie door Matthijs De Ridder van auteur (en veel meer!) Paul Van Ostaijen (18961928), die intensief was betrokken bij het activisme, de titel De dichter die de wereld wilde veranderen mee.
De beide redacteurs voegen aan die vaststellingen graag de wens toe dat de digitale EVB zal inspireren en aanzetten tot een verdere verbreding en verdieping van de geschiedschrijving, zowel met betrekking tot de Vlaamse beweging als in het algemeen. Daarbij aansluitend hopen zij dat de dEVB de brede maatschappelijke discussie in Vlaanderen zal stimuleren en bevorderen.
“Anders dan het boek en de website De Canon van Vlaanderen en de televisiereeks Het Verhaal van Vlaanderen”, zo vervolgen Sarah en Aragorn, “werd de digitale encyclopedie opgezet vanuit de academische en de ermee verbonden wereld van de erfgoed en onderzoeksinstellingen. De canon en de tiendelige televisieserie werden in het voorjaar van 2023 gepresenteerd, vroeger dus dan de dEVB. De aanzet tot de digitale EVB dateert echter van vóór de tijd dat de Canon van Vlaanderen werd opgestart op initiatief van de Vlaamse regering en een productiehuis het voorstel lanceerde om voor de VRT een meerdelige televisiedocumentaire te maken over de geschiedenis van het grondgebied en de er woonachtige bevolking van het huidige Vlaanderen van de prehistorie tot vandaag”. “De dEVB”, zo benadrukken zij nog, “heeft de geschiedenis van de Vlaamse beweging als thema en niet – zoals de twee andere projecten – de geschiedenis van wat vandaag Vlaanderen is, en dat is meer dan een nuanceverschil”. De nieuwe editie van de EVB zal van bij de lancering van digitaal platform begin volgende jaar zowel onaf als definitief zijn, want aanvullingen van uiteenlopende aard zullen – uiteraard onder supervisie en controle – te allen tijde mogelijk zijn”.
Sarah maakt graag duidelijk dat zij door haar werk voor de dEVB heeft geleerd “hoe divers de (geschiedenis van de) Vlaamse beweging is, hoeveel tendensen en nuances er waren en zijn en hoe verschillende betrokkenen hun engagement invulden en invullen”. “Ondertussen”, aldus deze breed en internationaal geïnteresseerde academica, “is Vlaanderen hoe men daar verder ook over denkt – een evidente maatschappelijke ruimte en een effectieve realiteit geworden, zowel mentaal als institutioneel”. Aragorn voegt daar aan toe dat de Vlaamse beweging, onder meer daardoor, “als maatschappelijk prominent, divers en soms disparaat geheel van verenigingen, organisaties, groepen en militanten goeddeels voorbij is”, maar dat de overgeleverde ideeën, concepten, patronen en sentimenten – al dan niet in een aan de voortdurend wijzigende omstandigheden aangepaste vorm of modaliteit – vandaag nog een belangrijke rol spelen. Zo zijn de Vlaamsche Koppenvan Hugo Verriest (18401922) tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de BV’s (Bekende Vlamingen) uit de huidige, gemediatiseerde tijd. Dat de in Oostende uit Tunesische ouders geboren historicus, acteur en theatermaker Chokri Ben Chika – net als een aantal andere auteurs en artiesten van allochtone origine – op zoek gaat naar wat Vlaanderen is of wil zijn en hoe het was en is om er op te groeien en te leven, is mede een gevolg van wat de Vlaamse beweging was en is en hoe zij als emancipatiebeweging mee vorm heeft gegeven aan de actuele wereld. Zowel Verriest, het concept van de BV’s als Ben Chika krijgen overigens een lemma in de nieuwe encyclopedie. “Die brede en panoramische aanpak vinden wij erg belangrijk”.
Aragorn Fuhrmann en Sarah Menu zetten relatief gemakkelijk de stap van hun universitaire opleiding taal en literatuurwetenschap naar de geschiedschrijving. “Meer dan aan andere Vlaamse universiteiten is de studierichting Nederlandse taal en letterkunde – vooral onder impuls van de professoren Kevin Absillis en Kris Humbeeck – aan de Antwerpse universiteit sinds geruime tijd sterk gericht op de historische en maatschappelijke contextualisering van de literatuur”, zo beklemtonen zij. De digitale EVB vormde voor beiden tijdens de jongste jaren een soort van postuniversitaire opleiding geschiedenis en geschiedschrijving, waarvoor zij via hun academisch curriculum dus al over een meer dan stevige startbasis beschikten. “Historiografie werkt met een specifiek argumentatie en interpretatiekader, en dat is verrijkend”, zo benadrukken zij graag en overtuigd. Daarnaast is het coördinatie en redactiewerk, waarbij zij met tal van mensen met soms erg verschillende oriëntaties en opvattingen correspondeerden, ook een langgerekte training in communicatie geweest.
Sarah is via de dEVB sterk geïnteresseerd geraakt in de vrijzinnige en Vlaamsgezinde Brusselse progressieve liberalen, die vanaf de late 19de eeuw tot de Eerste Wereldoorlog flamingantisme combineerden met een sterk democratisch en sociaal engagement. “Het zijn vooral de emancipatorische denkbeelden en acties uit de geschiedenis van de Vlaamse beweging die mijn belangstelling wegdragen”, zegt zij. “Wat niet belet dat wij vanzelfsprekend niet blind mogen zijn voor de grensoverschrijdende en ongeoorloofde uitschuivers, waarbij het overigens zinvol, nuttig en nodig is om na te gaan hoe die ontstonden en ontstaan”.
Aragorn, een literair en muzikaal erudiet die onder meer publiceerde over mechanismen van radicalisering met Cyriel Verschaeve (18741949) als representant van dergelijke processen, werd getroffen door de markante persoonlijkheid van de Franstalige Jacques Mesnil (18721945), een generatiegenoot van “de kapelaan van Alveringem”. Deze zoon van de toenmalige Brusselse stadssecretaris, voor de burgerlijke stand Jacques Dwelshauwers, was een intellectuele anarchist met een alternatieve levensstijl uit de kring rond August Vermeylen (18721945) en is een van de hoofdfiguren in de midden 2023 verschenen cultuurhistorische monografie Zwart licht. Anarchisten in België rond 1900 van publicist Eric Min. Na de Eerste Wereldoorlog verhuisde deze uit een begoed milieu afkomstige libertair naar Frankrijk, waar hij zich ontwikkelde tot een radicale communist. Ook door de Gentse antiklerikale volksdichter en zanger Karel Waeri (18421898), die door zijn intellectuele erfgenaam Walter De Buck (19342014) aan de vergetelheid werd ontrukt, raakte Fuhrmann bijzonder geboeid. Zowel Mesnil als Waeri situeren zich volstrekt niet in het klassieke culturele of ‘strijdende’ flamingantisme, maar hebben terecht wel hun plaats in de EVB, die de Vlaamse beweging percipieert en benadert vanuit een breed perspectief.
“De digitale Encyclopedie van de Vlaamse Beweging”, zo vertellen Sarah en Aragorn, “signaleert een aantal hiaten in het bestaande wetenschappelijk onderzoek”. De nieuwe lemma’s over onder andere multiculturalisme, racisme, gender (vrouwelijkheid, mannelijkheid, de martiale retoriek in de Vlaamse beweging) zijn onderbouwd en gestoffeerd, maar etaleren tegelijk dat verder onderzoek daarover meer dan geboden is. Van de andere kant vragen zij zich af of het activisme uit de Eerste Wereldoorlog, al met al een kwantitatief beperkte beweging – weliswaar met een verstrekkende impact inzake onder meer het antiBelgicisme van het belangrijke Vlaamsnationalistische segment in de Vlaamse beweging sindsdien , niet wordt uitvergroot door de ruime aandacht die het krijgt in de dEVB. “Daarnaast is er vooralsnog geen antwoord op de vraag waarom en hoe de band met de Vlaamse beweging van de eigentijdse beeldende kunst na de Tweede Wereldoorlog nagenoeg compleet verloren ging. Dat terwijl de naoorlogse Vlaamse literatuur weliswaar engagement als axioma inruilde voor autonomie, maar tegelijk bij monde van auteurs als Hugo Claus (19292008) en Tom Lanoye wel op een eigenzinnige en soms controversiële manier de dialoog bleef aangaan met de (geschiedenis van de) Vlaamse beweging”, zo constateren zij.
De twee eindredacteurs van de dEVB zijn ook gefascineerd geraakt door het zogeheten mystiek surrealisme van dichter, essayist en kunstschilder Marc Eemans(19071998), een even enigmatische als intrigerende einzelgänger, die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog als journalistpublicist ver en diepgaand engageerde in de culturele collaboratie en daarvoor na de bevrijding werd veroordeeld en tot 1949 in de gevangenis verbleef . Gevraagd naar een onderwerp waarover zij in de toekomst samen eventueel zouden willen schrijven, noemen zij de deconstructivistische Vlaamse taal en literatuurwetenschapper Paul De Man (19191983), kleinzoon van de Vlaamsgezinde Antwerpse dichter Jan Van Beers (18211888) en neef van de socialistische ideoloog en politicus Hendrik De Man (18851953), die zich als secondant en inspirator van koning Leopold III (19011983) tijdens de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog vergaand engageerde in de accommodatie aan en de collaboratie met de Duitse nationaalsocialistische bezetter. Paul De Man, die promoveerde in de Verenigde Staten van Amerika en er achtereenvolgens doceerde aan verschillende universiteiten, publiceerde in de periode 19401944 in gecensureerde Belgische kranten en tijdschriften kritieken en essays, waarin – in overeenstemming met het mens en maatschappijbeeld van de Nieuwe Orde – de tegenstelling tussen de Germaans en de Romaanstalige cultuursferen werd beklemtoond en waarin zich geregeld een antisemitische ondertoon manifesteerde. Die schrifturen bleven na 1944 decennialang buiten beeld en werden pas na zijn overlijden publiekelijk in herinnering en onder de aandacht gebracht. “Het al dan niet verdonkeremaande verleden in het licht stellen en publiek bekend maken”, is een van de belangrijkste doelstellingen van de dEVB, aldus Aragorn en Sarah.
Zij geven tot slot graag aan dat het project van de digitale Encyclopedie van de Vlaamse Beweging bewijst dat – in een tijd die die (te) dikwijls als (hyper)individualistisch, gefragmenteerd en gepolariseerd wordt omschreven – een pluralistisch en breed gedragen collectief intellectueel initiatief mogelijk is, dat kritisch en op basis van wetenschappelijk gefundeerde informatie reflecteert over meer of minder complexe thema’s die het publieke debat beroerden en/of beroeren. Zoals de titel luidt van een album uit 1976 van de aan het begin van deze bijdrage al gememoreerde Antwerpse muzikant, tekstschrijver en beeldende kunstenaar van internationaal formaat Wannes (Van de Velde), die een wat ongemakkelijke maar boeiende verhouding onderhield met de Vlaamse beweging en die aan bod komt in het lemma over populaire muziekcultuur in de dEVB: “Ne zanger is een groep”!