Meervoud nr. 291 – november 2023.
Artikels uit deze Meervoud:
De strijd voor rechtvaardige belastingen – Miel Dullaert.
Adolf Eichmann op de Tempelberg – Rudi Coel.
Conner uit de bocht – Bernard Daelemans.
Conner uit de bocht
“Zijn we niet allemaal een beetje racistisch?”, stelde politieke nestor Louis Tobback in een ultieme maar vergeefse poging om het politieke vel van wouldbe goudhaantje Conner Rousseau te redden. Nadat het Nieuwsblad een letterlijke transcriptie had uitgebracht van Rousseaus ‘zattemansklap’, hield die de eer aan zichzelf en stapte op als partijvoorzitter en even later ook als Vlaams parlementslid “om aan zichzelf te werken.” De gewraakte uitlatingen van de ‘oppersos’ waren nog veel onwelvoeglijker dan iemand zich had kunnen voorstellen en in één moeite door bezondigde hij zich aan racisme (‘bruin gespuis’), seksisme (ten aanzien van een metgezellin, wiens vakkennis inzake orale seks werd aangeprezen) en fatshaming (over een ‘vetzak’ met hanekam).
Het is niet fraai voor een voorzitter van een partij die een inclusieve maatschappij voorstaat en zich uitdrukkelijk tot doel had gesteld de strijd met het Vlaams belang aan te gaan. Het valt in het fameuze Tobbackinterview overigens op hoe de klemtoon verschuift van kritiek op het racisme van het VB naar de bedreiging van democratie en rechtstaat, die van die partij zou uitgaan.
Niet alleen heeft Rousseau zijn eigen geloofwaardigheid ten aanzien van het ‘racistische’ VB onderuitgehaald, ook voor zijn partij, die hem wekenlang de hand boven het hoofd hield en waarvan de kopstukken de lippen stijf op elkaar hielden, wordt het nu moeilijk om uit te leggen waarom het VB uit coalities dient te worden gesloten. En meteen wordt het ook voor een partij als NVA moeilijker om het cordon sanitaire te handhaven.
Intussen worden bij onze noorderburen onderhandelingen gevoerd die mogelijkerwijs zullen uitmonden in een coalitie met Geert Wilders’ PVV, een partij die zeker niet moet onderdoen voor het VB op het vlak van gespierd taalgebruik jegens allochtone bevolkingsgroepen. VVDvoorzitter Dilan Yesilgöz wordt overigens verweten dat ze mee verantwoordelijk is voor de overweldigende doorbraak van de PVV doordat ze in de aanloop naar de verkiezingen een opening had gemaakt om met Wilders te regeren en daardoor werd in de ogen van vele kiezers een stem voor PVV nu wel een ‘nuttige’ stem.
Vooruit wil, zo te horen, vasthouden aan zijn ‘flinkse’ lijn. Dus strikter naar nieuwkomers toe maar toch voor een inclusieve samenleving. De flinkse lijn is ook een strak seculiere lijn, die niet zo lang geleden heeft geleid tot de uitsluiting van Brussels parlementslid Fouad Ahidar uit het partijbureau nadat die in het Brussels parlement uit religieuze overwegingen tegen het verbod op onverdoofd slachten had gestemd. Ahidar houdt het bij Vooruit nu overigens helemaal voor bekeken. In de hoofdstad is de seculiere lijn trouwens flink in de verdrukking, meer bij de Franstalige partijen (PS en Ecolo) dan bij de Vlaamse.
Het is een lijn die ik altijd genegen ben geweest. De overheid behoort neutraal te zijn en kleurenblind. Dat zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn die iedereen kan aanvaarden. Toch voelen heel wat moslims de maatregel aan als een vorm van discriminatie. De Morgen bracht recent een resem getuigenissen van jonge ‘nieuwe Vlamingen’ uit in verband met discriminatie en racisme door leerkrachten en schooldirecties, een probleem dat als ‘de olifant in de kamer’ wordt omschreven. Van een gebrek aan inlevingsvermogen via vooroordelen tot en met plat racisme, als je de reportage mag geloven krijgen kinderen met een kleur helemaal niet de gelijkwaardige onderwijskansen die ze verdienen. Maar als ons onderwijs, en bij uitbreiding onze overheid in al haar geledingen, niet kleurenblind is, hoe kan men dan van onze nieuwe medeburgers verwachten dat zij zich daarin inschrijven?
Ruim dertig jaar na ‘zwarte zondag’ lijkt een kleurenblinde Vlaamse samenleving verder weg dan ooit.