Algemeen

Stikstofperikelen zetten Vlaamse landbouwcrisis in de verf 

Na lang bakkeleien in een heuse crisissfeer bereikte de Vlaamse Regering op 10 maart een stikstof-akkoord. Dat gebeurde nadat CD&V het akkoord van 23 februari 2022 op de helling zette. Een glorie-moment is het akkoord zeker niet geworden. Voor de boeren is dit een zoveelste opdoffer en de ver-hoopte verbetering van ons leefmilieu is bijlange nog niet in zicht. De Belgische Boerenbond zet intus-sen alles op alles om de belangen van de grootschalige landbouw veilig te stellen. Het hele netwerk van satellietorganisaties wordt ingezet om de goegemeente ervan te overtuigen dat de natuursector en Zuhal Demirverantwoordelijk zijn voor de teloorgang van de Vlaamse landbouw. Intussen wordt het debat vervuild met trumpiaanse beweringen dat er helemaal geen (stikstof)probleem is. In dit artikel proberen we de stikstofcrisis in een ruimere context te plaatsen, want door ons blind te staren op de actualiteit gaan we voorbij aan de echte wortels van de landbouwcrisis.

Uit: Meervoud nr. 285, maart 2023.

De Westhoek

Als ik terugkeer naar de Westhoek de streek die ik twintig jaar geleden verliet is dat nooit zonder ontgoocheling. Ik verklaar mij nader.

Het gebied tussen Poperinge en de Schreve kwam vrij ongeschonden uit de Eerste Wereldoorlog. Dit prachtige landbouwgebied was in mijn jeugd al in aftakeling, maar oude hoeves, kleinschalige bebouwing en relicten van het vroegere landschap waren nog alom aanwezig. Als kind ging ik helpen in een klein gemengd landbouwbedrijf waarvan de hoevegebouwen waren opgetrokken in 1912. Rondom de hoeve lagen weilanden die nog deels omzoomd waren met meidoornhagen. Achter het erf lag een grote poel met statige knotbomen van zwarte populier. De twaalf dubbeldoelkoeien stonden in de oude stal, waar ze met een kleine machine werden gemolken. De verzorging gebeurde manueel. De mesthoop lag vlak voor de stal in een ietwat rommelige omgeving. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er overal zwaluwnesten waren, tot in de stallen toe. De touwen van de hooibotten werden met een verroeste Britse helm uit de Eerste Wereldoorlog doorgesneden. Eén keer per jaar trokken we naar de Westvleteren om het hooi binnen te halen en een ‘papfles’ te gaan drinken aan de SintSixtusabdij. Er was altijd wel wat te beleven op de boerderij. We mochten de dieren verzorgen, speelden in het hooi, trokken voederrapen op het veld of keken toe hoe ‘keuns’ werden geslacht en aan de staldeur opgehangen om ze af te stropen. Het woonhuis was nog authentiek, met een leefruimte waarin gekookt, gegeten en gewassen werd. Even groot was de ‘schoonste plekke’, waar in mijn herinnering niet veel meer gebeurde dan telefoneren. Voor het toiletbezoek in primitieve omstandigheden moest je naar de stal. In de rijk gevulde moestuin stonden de typische bloemen, struiken en bomen van een traditioneel boerenerf. De eigen kapel op de hoek van de straat werd goed verzorgd.

Het is pas achteraf dat ik besefte dat deze boeren grotendeels zelfvoorzienend waren, tot hun eigen mestproductie toe. Er werd hard gewerkt en goed geleefd, maar rijke boeren waren ze al een tijd niet meer. Door sober te leven kwamen ze echter niets tekort.

En toen begin de jaren 1990 kwam de Boerenbond op bezoek. De jonge boer liet zich overtuigen om de vooruitgang te omarmen en liet een moderne varkensstal te bouwen. De oude hoeve kwam in de schaduw te liggen van een industriële stal waarvan de ventilatoren de nachtelijke rust in de zomer verstoren. Amper een paar jaar na de bouw van de stal brak er een crisis uit in de varkenssector en ging de boerderij failliet. Zij die hier generaties lang hadden ‘gevrocht’ en vrije boeren waren, moesten vertrekken. Voortaan zou een hulpboer een bediende de varkenstal bestieren. Zowat alles wat charme had aan de hoeve en landerijen werd sindsdien afgebroken of vernield.

Helaas is het veel landbouwbedrijven in de streek op dezelfde manier vergaan. Hopend dat schaalvergroting voor een betere toekomst zou zorgen, werden velen slaaf van de Boerenbond. In naam van de vooruitgang vernielden zij hun boerderijen, het landschap, ons leefmilieu en niet te vergeten: hun collegaboeren.

Omdat het beleid gericht was op schaalvergroting kregen veel kleine boeren het moeilijk. Het was kiezen tussen groeien of stoppen. Vaak was er geen opvolging zodat de boerderij in handen kwam van kapitaalkrachtige burgers. Prachtige hoeves werden afgebroken en vervangen door banale fermettes. Wanneer ze toch bewaard bleven werden ze zodanig verbouwd dat er van het agrarische karakter zo goed als niets meer over bleef.

Van de welvarende landbouw die het landschap eeuwenlang voortreffelijk beheerde, is in een tijdsbestek van enkele decennia niets meer overgebleven. De schaalvergroting die decennialang werd gepropageerd en vaak met dwang is doorgedrukt, heeft niet alleen onze landbouw, maar ook onze leefomgeving vernield. Waar vroeger aan elk landgebruik een indrukwekkende, specifieke fauna en flora was verbonden, komen we vandaag akelig dicht bij een ‘silent spring’. Nadat de korenbloemen en klaprozen uit de akkers werden verdreven, is het nu de beurt aan de typische akkervogels als kievit en leeuwerik om te gaan. De bodems worden stilaan onvruchtbaar door bodemverdichting en erosie. Meer mest en meer sproeistoffen lijkt het enige antwoord. Beken zijn ingebuisd en grachten verdiept. Ondanks de grote droogte blijven we verder draineren. Graslanden zijn genivelleerd en zodanig bewerkt dat er geen enkele bloem van betekenis meer overblijft. Hagen, houtkanten en eeuwenoude bomen worden deskundig kapot gemaakt.

Waarom? Is er dan geen fierheid over het Vlaamse landschap? Is de meerwaarde van een rijk en gevarieerd landschap dan niet duidelijk? Welk (belangrijk) nut heeft deze grootschalige vernietiging? Het zijn vragen die niet in ons opkomen. Blijkbaar doen we het omdat we denken dat het zo hoort.

Landbouw in historisch perspectief

Om te weten waar we naar toe moeten met onze landbouw is het zinvol om ook achterom te kijken. Tegenwoordig kun je de evolutie van het landschap makkelijk bekijken via historisch kaartmateriaal o.a. te vinden op www.cartesius.be, https://play.osm.be/historischekaart of www.geopunt.be of. De verandering van het landschap zeker na 1950 is enorm, ook op het platteland. 

Voor een uitvoerig en deugdelijk overzicht van onze landbouwgeschiedenis verwijzen we naar de Geschiedenis van de Landbouw in België van Paul Lindemans uit 1952. Hier beperken we ons tot enkele belangrijke kenmerken van de historische landbouw.

Vanaf het ontstaan draait alles in de landbouw om mest. Zonder mest kunnen akkers niet vruchtbaar worden gemaakt en is er geen landbouw mogelijk. Eeuwenlang was mest dé beperkende factor voor voedselproductie. Eén van de belangrijkste manieren om mest te verzamelen was vee laten grazen op gemeenschappelijke (gemene) gronden. Door het vee naar de stal te brengen, bleef de mest in de stal. In de stal werd de mest door de dieren vermengd met ander groen of organisch materiaal om het mestvolume te vergroten. Het verzamelen van mest op die manier was eindig omdat gronden uitgeput raakten. Daarom was het verzamelen van mest zeer streng gereglementeerd. Elk dorp of gehucht had haar graasgronden waar enkel de ingezetenen hun vee onder bepaalde voorwaarden mochten laten grazen. Indringers werden streng bestraft. In oude pachtbrieven werd vaak gestipuleerd dat alles waar mest van kon worden gemaakt op de gronden van de boerderij moest blijven. Boeren deden er alles aan om de nutrientencyclus van hun bedrijf gesloten te houden. In elk dorp werden de schaarse nutriënten verzameld voor de akkers. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat in het landschap vooral schrale, voedselarme vegetaties voorkwamen. Omdat het beheer van het landschap eeuwenlang stabiel was ontwikkelde er zich een zeer soortenrijke natuur.

In de Nieuwe Tijd werd het rendement van de Vlaamse en Brabantse landbouw gevoelig verhoogd door de ontdekking van de klaverteelt en het gebruik van rapen en kolen als veevoeder. Omdat klaver stikstof uit de lucht fixeert, werd de vruchtbaarheid van de grond sterk verbeterd. Dankzij de knolgewassen kon er ook meer vee worden aangehouden in de winter. De mestproductie nam toe en het belang van de gemene gronden nam af. Al in het ancien regime werden veel gemene gronden omgezet naar bijvoorbeeld bos of akker.

De performante landbouw in onze streken zorgde vanaf de 18e eeuw voor een algemene welvaartstijging en kon rekenen op internationale belangstelling. Hoewel de nieuwe ontwikkelingen verantwoordelijk waren voor het verdwijnen van de gemene gronden met hun rijke natuur, bleef de biodiversiteit van ons landschap heel hoog. In het halfnatuurlijke landschap was de invloed van de mens groot, maar natuurlijke vegetaties werden weinig of niet onderdrukt. De mens gebruikte het landschap, maar respecteerde het ook.

Wanneer de kunstmest haar intrede doet, toont de Vlaamse landbouw zich uitermate conservatief. Onze boeren zien geen meerwaarde in de toepassing van kunstmest omdat hun rendement al heel hoog is. Pas na de Tweede Wereldoorlog komen de inzet van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen op gang.

Teloorgang van de (Vlaamse) landbouw

Precies twintig jaar geleden verscheen er in Meervoud (nr. 85 maart 2003) een interview met Ignace Van de Walle van het Vlaams Agrarisch Centrum. Hij schetste de penibele situatie van de (Vlaamse) landbouw en hoe het zo ver is kunnen komen. Hetgeen hij zei, is twintig jaar na datum nog steeds relevant. Van de Walle was positief over de naoorlogse doelstellingen voor de Europese landbouw. Er zou worden gewerkt aan voedselzekerheid, een behoorlijk inkomen voor de boeren en stabiele prijzen voor de consument. Nobele doelstellingen, maar waar liep het mis?

Onder wetenschappelijke begeleiding kwam een moderne landbouw tot stand waarin kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen, nieuwe technieken en nieuwe machines de productie zouden opdrijven. Ook de Staat liet zich niet onbetuigd en zette volop in op ontginningen en ruilverkavelingen. Met de inzet van moderne machines werden vooral valleigronden drooggelegd. Ruilverkavelingen gingen gepaard met een ingrijpende hertekening van de natuurlijke en historische configuratie van het landschap. In een genormaliseerd landschap was er geen plaats meer voor waardevolle natuur, nostalgie of kleine boeren. Met een blind vooruitgangsoptimisme maakten we komaf met het verleden.

Van de WalleIk heb ervaren dat het zo half de jaren ’70 is beginnen fout te lopen; men is op een bepaald moment overgegaan van zelfvoorziening naar overschotproductie. Je kreeg dan ook een enorme uittocht uit de landbouw en omdat er na de oliecrisis niet voldoende werk was, resulteerde dat in grote maatschappelijke nadelen. Maar wat is er dan écht fout gaan lopen? Men heeft toen niet ingegrepen, dat is één, maar twee: men heeft geprobeerd om de maatschappelijke nadelen uit de factuur te halen, en zo win je altijd. Ik ben ervan overtuigd dat als je al de maatschappelijke nadelen die de grootschalige landbouw teweegbrengt in de voedselfactuur incalculeert in plaats van ze eruit te halen dat we dan als gezinslandbouwers op onze beide oren kunnen slapen, want dan kunnen we de concurrentie best wel aan.”

Dat het beleid niet drastisch ingreep om de ontsporing van de landbouw te stoppen, was in grote mate te wijten aan het opkomende neoliberalisme. Hoewel de vrije markt met veel overtuiging werd gepropageerd, was het beleid steeds sturend ten voordele van de multinationals en grote bedrijven. “Het beleid is er decennialang op gericht geweest: je moest alsmaar groter worden en heel veel gaan investeren. Het wetenschappelijk onderzoek was in die richting georiënteerd, niets was nog neutraal: de betoelagingsproblematiek, de fiscaliteit, de voorlichting; er was maar één goed in de wereld en dat was die ene immense groei.”

De ‘onvermijdelijke’ mondialisering ontwrichtte de landbouw nog meer. Derdewereldlanden werden overspoeld met westerse landbouwoverschotten, kleine boeren of vissers in het zuiden werden weggeconcurreerd, terwijl onze boeren werden beconcurreerd door goedkope buitenlandse landbouwproducten.

Na de Tweede Wereldoorlog kantte de Verenigde Staten zich tegen een al te protectionistische koers van Europa. In 1947 werd de GATT (Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel) afgesloten om vrije handel te bevorderen. Vanaf begin de jaren 1960 werden de tolmuren voor soja uit de Verenigde Staten gesloopt. Soja werd voortaan massaal ingevoerd als krachtvoer voor vee. Eerst vooral uit de VS en later ook uit Brazilië waar savanne en regenwoud plaats maakt voor sojaproductie(Luc VankrunkelsvenVernietiging en herstel Wat betekent Brazilië voor Europa?). De soja wordt door onze dieren in megastallen omgezet tot mest. De mest blijft hier en zorgt voor heel wat problemen. Waar mest vroeger het goud van de boer was, zijn er nu grote mestoverschotten ontstaan met alle gevolgen van dien. De nutriëntcyclus die eeuwenlang gesloten was, is doorbroken. Maar terwijl Vlaanderen steeds meer mestverzadigd geraakt, kijken we de andere kant op.

Het op neoliberale leest geschoeide beleid probeert vooral te sussen. Landbouwers krijgen miljarden euro’s aan steunmaatregelen om het huidige landbouwbeleid te slikken, helaas profiteren vooral de groten van het manna uit de hemel.

Ook de natuursector wordt gesust met geld. Terwijl Europa volop investeerde in de ontginning van valleigebieden in de voormalige Oostbloklanden, werd een wettelijk kader opgesteld om de Europese natuur te beschermen. Natuurliefhebbers kregen steun om wat natuur op te kopen en zich bezig te houden met natuurbeheer, maar veel stelt het allemaal niet voor.

Stikstof

Dat er negatieve invloeden zijn van onder meer de moderne landbouw op onze natuurgebieden is al is al enige tijd bekend. Stikstof en vooral dan ammoniak dat afkomstig is van de intensieve veehouderij blijkt een grote boosdoener. Tot in de jaren 1950 was ons leefmilieu overwegend nutriëntenarm. Dankzij een eeuwenlang vrij constant beheer resulteerde dat in bloemrijke vegetaties en een rijke fauna. Stikstof gekoppeld aan de groeiende mestoverschotten is één van de factoren die ons landschap nutriëntenrijk hebben gemaakt. Hierdoor gaan enkele concurrentiekrachtige planten domineren en verdringen zij de rest.

Het probleem kwam op tafel toen de Raad voor Vergunningsbewistingen in 2021 de bouw van megapluimveestallen in Kortessem vernietigde. Ineens was het niet meer mogelijk om de andere kant op te kijken. Minister Demir besefte meteen dat er een wettelijk kader nodig was om de stikstofuitstoot te beperken. Zonder ingrijpen dreigde er een vergunningsstop.

Het vervolg kennen we. De CD&V die jarenlang de kaart trok van de schaalvergroting, zei het op te nemen voor de boeren en sputterde tegen. De paters van de Abdij van Averbode werden erbij gehaald om aan te tonen hoe harteloos de voorgestelde bedrijfssluitingen wel waren. Er werd echter niet bij verteld dat de paters zich tien jaar geleden door de Boerenbond een megastal lieten aanpraten en niet kozen voor lokale productie.

Het was de afgelopen maanden een ziekelijke vertoning, waarbij het drama voor de landbouw diende om de verdere schaalvergroting te dienen. Vele landbouwers lijken oprecht te menen dat Demir, de natuursector en de milieumaatregelen verantwoordelijk zijn voor de Vlaamse landbouwcrisis. Zij worden hierin gesteund door de agitatie van CD&V, Boerenbond, Vlaams Belang, Open VLD en antimedia. Zij lijken niet te (willen) beseffen dat de problemen van de Vlaamse landbouw fundamentele beleidswijzingen vergen.

Dat is bijzonder jammer, want de vooruitzichten zijn niet goed. Veel geld dat nu gebruikt wordt voor aankoop en beheer van natuur zal worden doorgesluisd naar weinig effectieve PASmaatregelen. De maatregelen zullen op maat worden gemaakt van de grote bedrijven en de kleine boeren staan opnieuw in de hoek waar de klappen vallen. Nu al staat vast dat de maatregelen weinig of geen resultaat zullen hebben. Intussen tikt de klok verder en zijn er alsmaar minder boeren. Nog even en boeren worden zo zeldzaam als pastoors.

Naar een landbouw met toekomst

Te midden van het verhitte stikstofdebat was het boek Tot de bodem, de toekomst van landbouw in Vlaanderen, (red. Maïka De Keyser) een ware verademing. Verschillende auteurs dragen met hun artikel op een constructieve manier bij aan het debat. Wat opvalt, is de afwezigheid van polarisatie en de overtuiging dat landbouw wel degelijk een toekomst heeft. Het boek bevat interessante bijdragen over de oorzaken de landbouwcrisis, maar ook over de toekomst. Een aanrader voor wie in het verstikkende stikstofdebat meer diepgang wil! Het is gratis in te lezen: https://lup.be/products/181115

De grootschalige en mondiaal georganiseerde landbouw heeft niet alleen onze traditionele landbouw vernietigd, maar ook ons landschap en onze leefomgeving. Daarom moet er dringend mee gebroken worden. Onze landbouw moet opnieuw op lokale leest worden geschoeid, waarbij beperkingen moeten worden opgelegd aan de internationale handel in landbouwproducten. Wij hebben geen voedergewassen nodig uit Brazilië, maar uit eigen land. Wij willen eerlijke prijzen voor de boer en geen producten aan dumpingprijzen die stinken naar sociaal onrecht en milieuvernietiging. Subsidies kunnen als overgang naar een nieuw evenwicht blijven, maar zijn in een gezonde landbouw niet doorslaggevend. Het beleid moet kleine boeren met een gemengd bedrijf en een gesloten nutriëntencyclus bevoordelen en grootschalige productie afbouwen. Verdere landschapsvernietiging is te stoppen en om te buigen tot landschapsherstel. De invloed van de tussenhandel is te beperken en directe verkoop te stimuleren.

Tot slot is het belangrijk dat iedereen gaat beseffen dat landbouw een zaak is van nationaal belang. Dat de politiek hier niet van doordrongen is, bewijst de federale regering, die overweegt om een verdere BTWverlaging op pesticiden van 12% naar 9% door te voeren. In afwachting van beterschap is het onze plicht om als burger en consument te kiezen voor een duurzame en sociale herkomst van onze voedingsproducten.

Jan Van Ormelingen.

Klik hier om een reactie te geven

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste Artikelen

Quis autem vel eum iure reprehenderit qui in ea voluptate velit esse quam nihil molestiae consequatur, vel illum qui dolorem?

Temporibus autem quibusdam et aut officiis debitis aut rerum necessitatibus saepe eveniet.

Copyright © 2022 Meervoud.

Naar Boven