Meervoud nr. 288 – juli 2023
Meervoud nr 288. Artikels uit dit nummer:
23 – J : een nieuwe stap richting Catalaanse onafhankelijkheid? Door Hilde Roosens
Interview met Jan Wostyn: “Door de overfinanciering zijn de politieke partijen permanent in campagnemodus”
Hoofdartikel:
De berg en de muis.
Door Bernard Daelemans
Premier Alexander De Croo houdt er de moed in. Na de pijnlijke vertoning rond de visa voor de ‘slachter van Teheran’, kon hij de meubels redden door uit te pakken met een akkoord rond de verlenging van de kerncentrales en de financiering van de berging van het nucleaire afval. Meteen daarna werd een mini-pensioenhervorming afgeklopt. En terwijl we dit schrijven is Georges Louis Bouchez weer aan de tafel gaan zitten zodat er – wie weet – nog een zweem van Vincent Van Peteghems fiscale hervorming uit de bus kan vallen.
De succesjes ogen ietwat pietluttig. Maar van deze heterocliete regering kon men moeilijk anders verwachten dan dat de berg een muis zou baren.
Het pensioenakkoord werd gretig afgebrand in de Vlaamse pers. Men moet inderdaad geen kerngeleerde zijn om te begrijpen dat met een vergrijzende bevolking de pensioenlast van jaar tot jaar steeds grotere happen uit de sociale zekerheid zal schrokken. Die overhand toenemende pensioenuitgaven zullen vanzelfsprekend uit de algemene middelen moeten komen. Immers : de pensioenuitgaven stijgen dubbel zo snel als de pensioenbijdragen. Het gevolg zal zijn dat de beleidsmarge van de federale overheid steeds krapper wordt.
De pensioenhervorming heeft vooral meerkosten gegenereerd door de verhoging van het minimumpensioen die reeds aan het begin van de legislatuur was overeengekomen. Die meeruitgave wordt nu in beperkte mate gecom-penseerd door het milderen van de zogeheten ‘perequatie’ in de ambtenarenpensioenen : die zullen voortaan niet (veel) meer stijgen buiten de normale indexeringen. Het valt af te wachten of de Europese Commissie genoe-gen neemt met deze aanpassing en alsnog de eerste schijf van 847 miljoen Europees relancegeld zal vrijgeven.
Voor de verhoging van het echt wel schandelijk schamele minimumpensioen was een breed draagvlak. Maar die noodzakelijke ingreep is dus niet gedekt door de besparingen elders. Er wordt op gewezen dat er nogal wat onevenwichten zitten in de huidige pensioenwetgeving waar niet aan geraakt wordt. Terwijl het gemiddelde bedien-denpensioen rond de 1.100€ netto schommelt (voor zelfstandigen is het nog minder), krijgt de gemiddelde ge-pensioneerde ambtenaar netto 2.300€ op zijn rekening. Magistraten en professoren ontvangen nog een smak meer. Militairen en treinbestuurders mogen al van hun 56ste met pensioen tegen de rest van de bevolking binnenkort op 67. Kortom, hier kan nog wel wat afgeroomd worden om de pensioenfactuur te drukken, zo lijkt men her en der te suggereren.
Olivier Pintelon van de progressieve denkgroep Minerva wijst er echter op dat de Vlaamse pers nogal eenkennig is. “Wie de pensioenuitgaven wenst te stabiliseren in tijden van vergrijzing, doet onvermijdelijk aan sociale afbraak”, schrijft hij. Men kijkt naar de door de demografie onvermijdelijk stijgende uitgaven die men wil onder controle krijgen en men kijkt totaal niet naar de inkomstenzijde. Zo heeft de regering-Michel in 2015 in het kader van de taxshift de werkgeversbijdrage verminderd van 33% naar 25%. Met die verlaging loopt de sociale zekerheid ongeveer 3,7 miljard aan rechtstreekse inkomsten mis. Geld dat er niet meer is om de pensioenuitgaven te financieren.
Dit vraagstuk wordt door de Vivaldi-regering echter naar de volgende regering doorgeschoven. Pensioenexpert en bolleboos Frank Vandenbroucke hebben we niet gehoord.