Algemeen

In Memoriam: Afscheid van Joost Rampelberg

Meervoud nr. 292. December 2023.

Op maandag 9 januari is Joost Rampelberg overleden op tachtigjarige leeftijd. De geboren en getogen Brusselaar was een strijdbaar flamingant en heeft zich een leven lang ingezet om Brussel Vlaamsvriendelijker te maken. Hij was erudiet en polyglot en in zijn verschijning een echte heer maar wel principieel en onbuigzaam als het om de Vlaamse zaak ging. Zijn naam blijft verbonden aan de Vlaamse Wachtdienst voor huisartsen die hij in de jaren 1970 oprichtte en aan het Vlaams Huis in Brussel waar hij van de opening in 1998 tot aan zijn dood voorzitter van was. Tussendoor liet hij zich niet onbetuigd als militant bij de Brusselse afdeling van de Vlaamse volksbeweging en bij het Vlaams Komitee voor Brussel.

Rampelberg werd op het einde van de oorlog in Molenbeek geboren, waar hij na omzwervingen via Herent en Ganshoren tot het einde van zijn leven woonachtig was. Hij werd als kind naar een Franstalige school gestuurd want in de naoorlogse jaren werd de klok voor de Vlamingen in Brussel een stuk teruggedraaid en werden heel wat Vlaamse schoolafdelingen gesloten. Bij de Vlamingen die in het Frans naar school gingen waren er twee soorten : degenen die verfransten en degenen die flamingant werden. Rampelberg behoorde tot de tweede soort. 

Zijn belangstelling voor taal was echter groot : niet voor niets studeerde hij Spaanse taalkunde aan de KU Leuven en aan de universiteit Menéndez Pelayo van Santander. Later werkte hij als docent aan het bekende Institut Marie Haps voor vertalers en tolken, waarvan de leergangen later zouden worden opgenomen in de VLEKHO (Vlaamse Economische Hogeschool). De passie voor taal en letterkunde zou zijn hele leven doorlopen : hij bezat een uitgebreide collectie 16de eeuwse humanistische uitgaves van klassieke werken in het Latijn en Grieks die hij vlotjes kon lezen. Hij zat nooit verlegen om een uitgebreid citaat in het Frans, Spaans of Latijn. Op latere leeftijd leerde hij ook modern Grieks en maakte graag reizen naar Griekenland.

Toch verlangden zijn ouders van hem dat hij doktersstudies zou doen, wat hij enigszins tegen zijn zin ook heeft gedaan. Hij werd huisarts, eerst in Herent en later in Ganshoren en nog later legde hij zich toe op medische gerechtsexpertises. Hij vond het daarom handig om – hoewel hij al tegen de pensioengerechtigde leeftijd aanschurkte – ook nog een diploma van licentiaat in de rechten te behalen. Dat pensioen liet hij trouwens voor wat het was, hij is nooit gestopt met zijn werk als medisch gerechtsexpert. 

De gezondheidszorg in Brussel toegankelijk maken voor Nederlandstaligen, dat is altijd zijn stokpaardje geweest. Veel Vlamingen in Brussel hadden een Franstalige huisarts en om daaraan te verhelpen richtte Rampelberg de Vlaamse Wachtdienst voor huisartsen op. Via een noodnummer konden Vlamingen een Nederlandstalige dokter van wacht vinden. In Brussel bestond een Nederlandstalige huisartsenkring naast een Franstalige huisartsenkring die elk wachtdiensten organiseerden. Sinds enkele jaren heeft de overheid de VlaamsBrusselse artsen onder druk gezet om in een samenwerkingsverband met de Franstaligen op te gaan. De nieuwe gemeenschappelijke kring zou dan tweetalige wachtdiensten verzorgen. Het spreekt voor zich dat die tweetaligheid vandaag niet gegarandeerd is, zoals Rampelberg en zijn medestanders binnen het artsengilde hadden voorspeld. Tot de laatste snik hebben ze zich verzet tegen de integratie in een ‘tweetalig’ systeem maar dat heeft niet mogen baten. 

Ook op het vlak van ziekenhuisgeneeskunde heeft Rampelberg meer dan eens de kat de bel aangebonden omdat in de openbare ziekenhuizen van het IRISnetwerk (de Brusselse OCMWziekenhuizen) de tweetaligheid ver te zoeken is, en ook in de katholieke instellingen is het niet altijd denderend op dat vlak. Een hele panoramauitzending werd ooit aan het thema gewijd. Onder andere met het Vlaams Komitee voor Brussel organiseerde Rampelberg studiedagen over de problematiek en de droom van Joost Rampelberg was altijd hetzelfde : de Vlaamse overheid zou in Brussel bijkomend een aantal ziekenhuizen moeten bouwen of kopen, naast het UZ Brussel. Deze kwestie is vandaag meer dan ooit aan de orde, aangezien een volgende staatshervorming ongetwijfeld ook over de defederalisering van de gezondheidszorg zal gaan.

Toen de Vlaamse Volksbeweging in 1991 op een congres in Kortrijk het standpunt innam dat het federalisme achterhaald is en dat de Vlaamse beweging zich moet inzetten voor Vlaamse onafhankelijkheid, haakte de toenmalige VVBkern van Brussel af. Eedoch, Joost Rampelberg meldde zich aan en stampte een nieuwe Brusselse kern op die vanuit Brussel wél de kaart van de onafhankelijkheid wilde trekken. Het perspectief moest natuurlijk zijn dat Brussel deel zou uitmaken van het toekomstige onafhankelijke Vlaanderen, wat tot op heden ook het standpunt is van de Vlaamse Volksbeweging. 

In die jaren kwam Joost Rampelberg in contact met de groep Meervoud rond Christian Dutoit en Antoon Roosens, die in de zogenaamde VlaamsBaskische Club ‘Gure Etxea’ in de Lakensestraat, nabij de KVS een hele dynamiek ontwikkelde van linksflamingantisme. Na een startvergadering in het Hof Van Engeland zou VVBBrussel voortaan in die VlaamsBaskische club vergaderen. De dynamiek was van dien aard dat Antoon Roosens van mening was dat de sympathisanten van Gure Etxea in staat zouden zijn de middelen bijeen te brengen om een eigen pand aan te schaffen. Rampelberg vond dat een schitterend idee en had een stevige financiële inbreng in dat project en wist ook medestanders te begeesteren om er in te stappen : zo is het Vlaams Huis geboren, dat onlangs nog zijn 25jarige bestaan heeft gevierd. Het blijft een referentiepunt voor de hele Vlaamse beweging en zelfs voor heel wat Basken, Schotten, Catalanen, Koerden, ZuidTirolers enzovoort die onder andere via het platform ICEC in het Vlaams Huis terechtkwamen. 

Overigens schreef Joost Rampelberg zich volledig in in de openheid naar andere volkeren die opkomen voor hun taal en streven naar onafhankelijkheid. Zo heeft hij eens een hele week lang, dag na dag de medische zorg op zich genomen voor een groep van ruim 50 hongerstakende Basken die via een bezetting van de Brusselse Bijstandskerk de aandacht wilden vestigen op de situatie van de Baskische politieke gevangenen. 

Binnen het Vlaams Komitee voor Brussel heeft Joost Rampelberg het initiatief genomen om een ‘juridische werkgroep’ op te richten. Hij hoopte via gerechtelijke procedures te bereiken wat via politieke weg maar niet mogelijk bleek : de toepassing van de taalwetgeving in Brussel afdwingen. Door de procedures die het Vlaams Komitee voor Brussel onder Rampelbergs impuls heeft gevoerd hebben de Raad van State en andere rechtscolleges belangrijke uitspraken gedaan over de draagwijdte van de taalwetgeving. Onder andere werden omzendbrieven van de Brusselse regering die een loopje namen met de wetgeving vernietigd. Ook heeft het Grondwettelijk Hof bevoegdheidsoverschrijdingen van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest de pas afgesneden, na een procedure door het VKB. Sommige voor de Vlamingen nadelige institutionele hervormingen werden eveneens afgeblokt via het Grondwettelijk Hof. Pogingen om in concrete dossiers ook individuele niettweetalige Brusselse ambtenaren af te zetten zijn tot dusver niet succesvol gebleken. Maar de juridische werkgroep heeft nog niet al haar pijlen verschoten. Wellicht kunnen er postuum nog resultaten geboekt worden. 

In zijn gelegenheidsrede naar aanleiding van 25 jaar Vlaams Huis te Brussel had Rampelberg het nog over dat probleem en over de wenselijkheid van een verbetering van het toezicht op de toepassing van de taalwetgeving in Brussel. Maar ook over de noodzaak tot eensgezindheid en aanéénzeel trekken van de Vlamingen, een teer punt dat hem na aan het hart lag.

We citeren hier uit die toespraak : “We kunnen dan hopen dat in de onderhandelingen de bevoegdheden van de Brusselse regering zullen worden ingeperkt, en dat bevoegdheid van de ViceGouverneur wordt uitgebreid , zodat hij zal kunnen vernietigen in plaats van alleen maar te schorsen.

Daartoe echter zal het nodig zijn dat onder alle Vlamingen, in en buiten Brussel, zoveel mogelijk eensgezindheid groeit. En hier kan ons Vlaams huis zeker toe bijdragen, precies omdat hier Vlamingen en vrienden van Vlamingen zonder onderscheid van enige gezindte welkom zijn. (…) Naar de toekomst toe durven wij hopen dat deze ontmoetingen kunnen leiden tot een grotere samenhorigheid onder Vlamingen.

En hier moeten wij in onze eigen gemeenschap zeker nog een lange weg afleggen. Over de grote thema’s die momenteel publiek worden besproken zijn er immers onder Vlamingen zeer uiteenlopende meningen aan bod gekomen, waarbij andersdenkenden vaak karikaturaal worden afgeschilderd, vaak zelfs zonder meer uitgescholden.

Joost Rampelberg hoopte dat de creatie van het Vlaams Huis als oord van debat onder Vlamingen van verschillende gezindte zou kunnen bijdragen om de noodzakelijke samenhorigheid te voeden.

Klik hier om een reactie te geven

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste Artikelen

Quis autem vel eum iure reprehenderit qui in ea voluptate velit esse quam nihil molestiae consequatur, vel illum qui dolorem?

Temporibus autem quibusdam et aut officiis debitis aut rerum necessitatibus saepe eveniet.

Copyright © 2022 Meervoud.

Naar Boven