Algemeen

Oud-Friese teksten voorgedragen voor Unesco’s ‘memory of the World’

Fan der ioncfrouwe, deer omwillum ti manne iouwen is. In het Middeleeuwse Frisia Magna was het vaders verboden om dochters tegen haar zin uit te huwelijken omdat se nautes anwald ne aegh in were here ledena, omdat ze over niets anders volledige zeggenschap heeft dan (alleen) over haar eigen lendenen. In fadir die dit toch doet moet rekening houden met een hoge straf, zoals die ook gold voor het eigenhandig doodslaan van die dochter mei sijne handen.

Onno Pier Falkena.
Uit Meervoud nr. 280, oktober 2022.

Het is fascinerende lectuur, die te vinden is in de zogenaamde Richthofenkolleksje van het Friese archief Tresoar. Het gaat om een tiental handgeschreven Friese wetboeken uit de Middeleeuwen, met wetsteksten die teruggrijpen naar de 9de eeuw. Die wetsteksten waren niet opgelegd door een graaf of keizer of ontleend aan het Romeinse recht, maar door de vrije Friezen zelf ontwikkeld om de leken-rechters houvast te geven bij het rechtspreken en om de verdachten te beschermen tegen willekeur. De artikelen zijn ontleend aan de, soms wat ruwe, dagelijkse praktijk van voor 1498, toen Fryslân werd veroverd door Albrecht van Saksen. In dat jaar kwam een einde aan de Friese zelfstandigheid en daarmee ook aan de eigen Friese rechtspraktijk.  

De handgeschreven teksten zijn soms poëtisch en aanzienlijk minder taaie kost dan hedendaagse wetboeken. Het is bijvoorbeeld met klem verboden om de baard van een ander in brand te steken of om in zijn bier te urineren, dat daardoor smakeloos zou worden. Boetes die werden opgelegd aan een veroordeelde, konden ook op familie worden verhaald. Het idee was, dat die er wel voor zou zorgen dat de veroordeelde zich geen tweede keer zou bezondigen aan het verwonden van een tegenstander bij een vechtpartij. Het is een aansprekende vorm van mienskipsrechtspraak door het volk en voor het volk met uitvoerige arti-kelen over landrecht, erfrechten en de plicht voor iedere landeigenaar om een bijdrage te leveren aan het onderhoud van de dijken. Het erfdeel van een weeskind wordt beschermd en moet intact blijven, tenzij het kind ‘stokneaken of húsleasen is yn de tsjustere dize en ynkâlde winter, wylst elkmis op hôf en hûs waarme hernen opsiket’. Indien een wees poedelnaakt en huisloos de donkere mist en koude winter ingaat, terwijl ieder ander thuis de warmte opzoekt, mag het erfdeel worden aangesproken om het kind te kleden en te voeden. Het is een bijkans ontroerende tekst, die getuigt van bekommernis met de zwakkeren.

Het was dan ook niet zonder trots dat Tresoar-direkteur Arjen Dykstra en gedeputeerde Sietske Poepjes een Bid-book voor de Richthofenkolleksje aanboden aan Unesco Nederland voor het opnemen van de Oud-Friese teksten in Unesco’s ‘Memory of the World’. Dit programma is de papieren tegenhanger van het Werelderfgoed, dat vooral uit bijzondere gebouwen en unieke natuurgebieden bestaat. De Richthofenkolleksje werd in de 19de eeuw verzameld door de Pruisische rechtsgeleerde Karl von Richtho-fen, die in Berlijn doceerde en het baanbrekende werk Friesische Rechtsquellen publiceerde over het Oud-Friese recht. Toen zijn nazaten in hoog tempo verarmden in de tijd van de Duitse hyperinflatie, werd het pakket rechtshandschriften in 1922 voor 15.000 gulden verkocht aan de Provinciale Bibliotheek van Friesland, de voorloper van Tresoar. Het nodige geld werd opgebracht door een vooroorlogse crowdfundingsactie. Tresoar bewaart de collectie nu honderd jaar en wil deze graag delen met ieder die er belangstelling voor heeft. 

De Oudfriese rechtsteksten werpen licht op een bijzondere periode in een bijzonder gebied. Het middeleeuwse Friesland liep van Zwin tot de Weser – bij het huidige Bremen – en kende geen landsheer-lijk gezag. De vrije Friese landen – een maatschappij zonder slaven of lijfeigenen – verenigden zich bij Aurich onder de Upstalsbeam om politiek, juridisch en economisch samen tot beleid te komen. In de Oudfriese wetsteksten wordt tot op detailniveau beschreven welke strafmaat bij een vergrijp hoorde. Het ongevraagd berijden van een hors van een ander kostte twee schellingen, een veel ernstiger vergrijp als een vechtpartij in de tzercka (kerk) maar liefst 63 schellingen, want gelovig waren de in bestuurlijk op-zicht vrije Friezen wel. Overspel – in het Oudfries oerhoer – kostte eveneens 63 schellingen.

De Friese vrijheid is het centrale uitgangspunt van de geschriften, die ook trots beschrijven hoe de Friezen de Romeinen versloegen en vervolgens in de periferie van het heilige Roomse Rijk de Friese vrijheid verkregen en eeuwenlang wisten te behouden. De teksten zijn dus zowel historisch als juridisch, literair en taalkundig van groot belang. Het zijn de oudste geschreven teksten van de Nederlanden en daarmee een waardevolle schat die bij Tresoar liefdevol wordt bewaard en bestudeerd. “Het is ook het Friese DNA”, denkt de trotse Friese gedeputeerde Sietske Poepjes (CDA). Zij herkent veel in de mentaliteit van zelf beslissingen willen nemen over eigen gemeenschap en omgeving, die uit de teksten spreekt. Zij komt het dagelijks tegen bij haar werk. “Dat is erg mooi, ook al kan het voor een bestuurder soms lastig zijn.” Zij vindt dat het model van de Friese vrijheid grote waarde heeft voor het denken over gemeenschap en recht in het Europa van nu. “Ik gun de wereld wel een beetje meer Fryslân.” Unesco Nederland reageerde verguld op het Bid-book uit Fryslân. De Richthofenkolleksje is verreweg de oudste van de acht aanvragen voor Unesco’s Memory of the World in Nederland en lijkt een meer dan goede kans te maken. De commissie heeft maar beperkt de tijd om na te denken, want de beslissing komt al begin november. 

Klik hier om een reactie te geven

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste Artikelen

Quis autem vel eum iure reprehenderit qui in ea voluptate velit esse quam nihil molestiae consequatur, vel illum qui dolorem?

Temporibus autem quibusdam et aut officiis debitis aut rerum necessitatibus saepe eveniet.

Copyright © 2022 Meervoud.

Naar Boven